Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 40

JAAP WILLEM S

De populariteit van de biologie is ook versterkt doordat diverse (nieuwe) maatschappelijke ontwikkelingen een onmiskenbare biologische basis hebben. Denk maar aan het wereldvoedsel- en zoetwatervraagstuk en aan de biotechnologie. De opkomst van deze problemen heeft de vraag naar biologen sterk vergroot. Het spreekt vanzelf dat door deze ontwikkelingen ook accentverschuivingen binnen het vakgebied zijn ontstaan; de prominente plaats van de moleculaire en de cellulaire biologie hangt er ongetwijfeld mee samen. Omdat de biologie een grotere maatschappelijke relevantie heeft gekregen, is het aantal specialismen verder toegenomen en zijn nieuwe vakken ontstaan, zoals systeemoecologie, structuurbiologie, functional genomics en neurobiologie. De specialisatie is zo sterk dat het onmogelijk is daarvoor voldoende 'gewone' hoogleraren aan te trekken. Dat is te kostbaar en leidt bovendien tot verdere versnippering (die in de biologie toch al ver gaat). Net als diverse andere groeiende faculteiten (bijvoorbeeld Economie en Informatica) is de faculteit Biologie mede daarom overgestapt op het aantrekken van zogeheten bijzonder hoogleraren. Dat zijn deeltijdprofessoren die ook elders werken, bijvoorbeeld bij een bedrijf. Een groot voordeel van deze constructie is dat je de relatie tussen het wetenschappelijke onderwijs en de maatschappelijke praktijk versterkt. Decaan Frits de Graaf: 'De filosofie achter het aanstellen van bijzonder hoogleraren is dat onze faculteit naast een beperkt aantal zogenaamde kernhoogleraren voor kernvakken een wisselend aantal tijdelijke leerstoelen wenst te hebben die het mogelijk maken sneller op nieuwe ontwikkelingen in te haken of specialisaties in huis te halen die in aansluiting op het lopend onderwijs een gewenste verbreding geven in bijvoorbeeld een meer maatschappijgerichte oriëntatie. Daarnaast zijn bijzondere leerstoelen zeer geschikt om kennis en expertise van andere organisaties aan de faculteit te binden. Gedacht kan worden aan onderzoeksinstituten, grote maatschappelijke instellingen of aan het bedrijfsleven, waar belangrijke bijdragen aan de kennisinfrastructuur worden geleverd.'

41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen