Geen duimbreed?! - pagina 245

STUDENTENZUIVERING

waren uiteraard doorgelopen, terwijl Van Dam de jaarlijkse vergoeding van fl. 4 . 0 0 0 die de v u van het Rijk kreeg voor het onderhoud van de gebouwen (de enige vorm van subsidie voor de oorlog voor de bijzondere universiteiten) had ingehouden. De gebouwen hadden overigens niet erg geleden onder de oorlog. De beide hoofdpanden, Keizersgracht 1 6 0 en 162, waren tijdens de oorlog intern met elkander verbonden, waardoor zij beter konden worden gebruikt. Het was echter duidelijk, dat als de groei van het studentenaantal na de oorlog zou doorzetten, deze gebouwen al heel gauw veel te klein zouden blijken te zijn. 'De Keizersgracht mag ons dierbaar zijn', zei Oranje bij zijn rectoraatsoverdracht in september 39 1945, 'het is tenslotte niet veel meer dan een verzameling hokken.' In de eerste jaren na de bezetting zouden fraaie oude panden worden aangekocht in de Van Eeghenstraat, de Prins Hendriklaan en de Koningslaan, maar het zou nog tot 1970 duren voordat het nieuwe gebouw aan De Boelelaan daadwerkelijk in gebruik kon worden genomen, nadat daar in 1965 al een Provisorium was gebouwd. Het aantal studenten was bij het begin van de cursus in september in 1945 wel aanzienlijk gedaald, vergeleken met dat van de cursus 1942-1943, van 1208 (waaronder 1 6 9 dames) tot 526 (van wie 52 dames). Rechten was nog steeds de grootste faculteit met 227 studenten, van wie 35 dames en drie heren voor de notariaatstudie. Daarna volgde wis- en natuurkunde met 130 inschrijvingen (waarvan 4 dames), nog steeds ten gevolge van de overloop uit Delft. Daarna kwam theologie met 81 heren en zeven dames en vervolgens letteren en wijsbegeerte met 32 heren en vijf dames. Bij medicijnen (eigenlijk dus alleen psychiatrie) schreven zich 6 heren en één dame in. Omdat ruim 30 studenten zich voor meer dan één studie inschreven, kwam het aantal boven de 526 inschrijvingen uit. 4 ° Het echte aantal studenten was echter niet meer dan 490. De 'winst' van 1941 en 1942 was dus voor een belangrijk deel weer naar Leiden, Delft en de UvA teruggevloeid. Een klein deel was in de zomer van 1945 afgestudeerd, een deel was als gevolg van de oorlog om het leven gekomen en een uiterst klein deel had zich vanwege de eigen collaboratie niet meer aangemeld. In het totaal kwamen 36 mannelijke studenten om het leven als gevolg van de oorlog, van wie dertien rechtenstudenten, negen studenten wis- en natuurkunde, negen van theologie, drie van letteren

247

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen