Worsteling naar waarheid - pagina 75

OP Z O E K N A A R E E N G O E D E

OP Z O E K NAAR E E N G O E D E

WISKUNDIGE

WISKUNDIGE

Op 14 maart 1930 lag in de senaatsvergadering het volgende rapport 38 van de benoemingscommissie ter tafel. Met minder dan een jaar te gaan voor het verlopen van de deadline was haast geboden. Er waren op dat moment nog twee heren tussen welke een keuze moest worden gemaakt: Van de Putte en Koksma. Over laatstgenoemde had Van der Corput zich meermalen positief uitgelaten. 39 Voordat de commissie uitgebreid op beide heren inging, meldde ze nog dat aan de Gemeente Universiteit 40 een vierdejaars candidaat Wis- en Natuurkunde, G . H . A. Grosheide, rondliep, die 'van een zeer bijzonderen wiskundigen aanleg blijk geeft, wat in een enthusiast gesteld schrijven door Prof. Dr. G. Mannoury bevestigd werd' en dat Van Haaften, hoewel niet voor een volledig professoraat, wel bereid was om 'op zeer gunstige voorwaarden' enige colleges verzekeringswiskunde te geven. Over Van de Putte was gesproken met diens promotor, J.Wolff (Utrecht). Deze was echter niet zo enthousiast over een eventuele benoeming, mede omdat 'hij op geen wiskundige prestaties kon wijzen en zijn dissertatie niet geheel beantwoordde aan de verwachtingen, die hij als uitblinkend student had gewekt.' Sinds zijn promotie had hij ook niet meer gepubliceerd. 'Tenslotte deed Prof. W. duidelijk uitkomen dat een "credietbenoeming" van Dr. v.d. P. door hem niet toegejuicht zou worden en deze heer in dit geval niet op den steun van zijn leermeester zou hebben te rekenen.' Over Koksma wordt het volgende bericht: 41 Drs. J.F. Koksma, leerling van Prof. Dr. J.G. van der Corput te Groningen, is sinds juli '28 bezig met het bewerken van een proefschrift, dat waarschijnlijk vóór juli '30 zal verschijnen. Hij is geboortig uit Heerenveen en thans leeraar aan het Ger. gymn. te Kampen, waar hij

lesuren per

week geeft. Uit de met Prof. v.d. C. gevoerde correspondentie is gebleken dat deze zijn oordeel over K. eerst definitief wilde uitspreken nadat hij kennis zou hebben genomen van diens proefschrift. Daar omwerking van het eerste manuscript noodig was, teneinde het werk beter leesbaar te maken, moest prof. v.d. C. zijn oordeel voorloopig opschorten. Bij een bezoek aan Prof. v.d. C. op 15 Febr. '30 bleek dat tóen drie van de vier hoofdstukken van het omgewerkte manuscript gereed gekomen waren. Hoewel Prof. v.d.C. den heer K. nog niet professorabel achtte, waar-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen