GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 309

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 309

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eindbalans

308

liteit. Maar de gedeeltelijke ontzuiling geeft ook een gedeeltelijke ontzieling. Het idealistisch bevlogen groepje van bij de start wordt geleidelijk omgezet in een zakelijk opererende organisatie, die steeds meer op zoek moet gaan naar kostendekkende activiteiten om haar voortbestaan veilig te stellen. De betrokkenheid van de vu-studenten bij de universitaire ontwikkelingsprojecten loopt opvallend terug in de afgelopen veertig jaar: van een intensieve participatie bij de besluitvorming naar het verdwijnen van medezeggenschap. Aan alle Nederlandse universiteiten heeft de internationalisering grote aandacht gekregen in de laatste twintig jaar van de vorige eeuw. De vu heeft echter niet alleen het belang van internationale contacten onderkend, zij is in de jaren zeventig ook prioriteit gaan geven aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is uniek voor de vu. In dit verband is het interessant om te zien wat de historicus prof. Roelink hierover schrijft bij het eeuwfeest van de vu-Vereniging in 1979 – een jaar waarin de ontwikkelingssamenwerking aan de vu zich nog in een sterk groeiende belangstelling mocht verheugen. Hij begint op te merken, dat vóór 1960 gedacht werd dat de mondiale betekenis van de vu opging in haar verbondenheid met calvinisten over heel de wereld. Nu, schrijft hij, zien wij in dat soort uitingen symptomen van een voorbijgegaan tijdperk. En hij vervolgt: ‘men moet wel bedenken dat mettertijd het streven naar ontwikkelingssamenwerking van moderner tijden, hoe vreemd dat voor de hedendaagse mens ook schijnen mag, onder een soortgelijk oordeel kan vallen.’1 Is universitaire ontwikkelingssamenwerking een symptoom van een voorbijgegaan tijdperk? De omvang die het ontwikkelingswerk had aan het eind van de jaren tachtig is niet meer geëvenaard, de betrokkenheid van universitaire stafleden en studenten is sinds die tijd aanzienlijk teruggelopen, en het werk is nu geconcentreerd in een aparte, professionele dienst. Dat betekent, dat het universitaire draagvlak van het ontwikkelingswerk, door deze ontwikkelingen, meer problematisch is geworden. Ten slotte, wat is er van de verwachtingen van een halve eeuw geleden terecht gekomen? Kort gezegd: de wensen die professor Jan Lever in 1961 formuleerde aan het begin van dit hoofdstuk, zijn anno 2005 min of meer gerealiseerd: vanaf de beurzen aan niet-westerse studenten, tot aan de uitzending van stafleden naar niet-westerse universi-

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 308

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 309

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's