GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 190

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 190

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ontwikkelingsprogramma’s komen en gaan

lijke aandachtspunten. Zoals het management van de partneruniversiteit en de organisatie van de faculteiten; de studieprogramma’s, het wetenschappelijk onderzoek; laboratoria, computervoorzieningen, en bibliotheken; de instroom van studenten; de training van de academische staf en het technische personeel; de relatie met overheid, met het bedrijfsleven en met andere sectoren van de maatschappij. De tweede doelstelling van het mho is om bij te dragen aan de opleiding van technisch en professioneel kader in het ontwikkelingsland. De Nederlandse minister voor ontwikkelingssamenwerking – opnieuw drs. Jan Pronk (nu in zijn tweede ambtsperiode: 1994-1998), stelt een aantal politieke randvoorwaarden aan het programma. Het programma mho wordt beperkt tot dié landen waar de Nederlandse overheid een bilaterale ontwikkelingsrelatie mee heeft. Projecten in Afrika genieten de voorkeur: tenminste de helft van de fondsen moet in dat continent worden besteed. Verder moet het programma bijdragen aan de bestrijding van armoede en milieuverlies, en te bevorderen dat vrouwen, etnische minderheden en achtergestelde groepen, toegang tot het onderwijs krijgen. Het woord ‘medefinanciering’ geeft aan dat de Nederlandse instellingen een eigen bijdrage aan een samenwerkingsrelatie moeten leveren, gesteld op vijftien procent van de projectkosten. Overigens krijgen de Nederlandse instellingen nu alle kosten vergoed die samenhangen met de directe projectuitvoering, inclusief de managementkosten van het project en de salariskosten gedurende korte missies. De Nuffic wordt belast met het beheer van het mho-programma. Daarnaast wordt een onafhankelijke commissie van deskundigen ingesteld, de mho-projectencommissie, die verantwoordelijk is voor de implementatie van het programma: het selecteren van de samenwerkingsrelaties en het ontwikkelen van het beleid. Aan Nederlandse kant kunnen alle universiteiten (13) en alle hogescholen (75) meedingen om als partner in een samenwerkingsrelatie op te treden. Er zijn drie stappen in dat proces. Allereerst komt er een selectie van universiteiten in ontwikkelingslanden die als mho-spelers optreden. Universiteiten in het Zuiden kunnen, ondersteund door Nederlandse partners, zich daarvoor kandidaat stellen. In de periode 1993-1994 worden er zeventien nominaties ingediend, vaak door universiteiten die al eerder met Nederlandse universiteiten samenwerkten. De projectcommissie selecteert daaruit vervolgens tien instellin-

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 189

189

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 190

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's