De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 162

VOOGDIJSCHAP

met Nederland en de Nederlandse wetenschap en cultuur'. Pont was een overtuigd voorstander van de Afrikaner taal en cultuur, maar hij moest niets hebben van het politieke radicalisme van de Gesuiwerde Nationalisten. 'Wie hier komt studeeren, komt hier voor de studie en niet voor propagandistische actie en wie zich zoo volbloed Afrikaner voelt, dat hij meent Afrikaansche cultuur naar Europa te moeten brengen, is hier niet op zijn plaats en kan geen aanspraak op ondersteuning uit ons Fonds doen'. 173 Het is moeilijk na te gaan of Pont het dreigement via de beurstoekenning van zijn kant de studenten te verdelen over de diverse Nederlandse universiteiten, meer of minder gerealiseerd heeft. De ZuidAfrikaanse studenten/beurshouders in Nederland dachten van wel, kennelijk op de hoogte van Ponts aanwijzingen aan het Stellenbossche Beurs-Komitee van 1930. Waterinks klacht was mede gebaseerd op gesprekken met enkelen van hen. 174 Een paar jaar later, in september 1933, meldde De Nieuwe Rotterdamsche Courant, kennelijk door Zuid-Afrikaanse studenten ingefluisterd, dat het Stellenbossche comité de studie te Amsterdam afraadde 'volgens regelen uit Nederland ontvangen'. 175 Pont reageerde als door een adder gestoken. Hij publiceerde 'Een Protest' ter rechtstelling in het maandblad Zuid-Afrika: van de 14 door Stellenbosch geselecteerde en door het Studiefonds gesubsidieerde beursstudenten studeerden er 11 in Amsterdam. 176 En hij vroeg opheldering bij het Stellenbossche Beurs-Komitee. Dat antwoordde opnieuw, de studenten vrij te laten in hun keus voor een universiteit. 177 Het krantenbericht en Ponts reactie versterkte de in vu-kringen nog steeds bestaande overtuiging dat Pont een duidelijke afkeer van de v u had. In januari 1934 stuurde ir. Ernst Middelberg, vice-voorzitter van de N Z A V , een brief aan A. W. F. Idenburg, lid en aangezien president-directeur Colijn toen Eerste minister was de feitelijke voorzitter van het College van Directeuren van de v u . Middelbergs broer Leo Middelberg was een schoonzoon van Idenburg, en had - onduidelijk is of hij dat deed op eigen initiatief dan wel op verzoek van Idenburg - hem verteld dat er in de kringen der v. u. ook al geklaagd zou worden over een eenzydig, door Prof. Pont, voorzitter der Z. A. Vereeniging, ingenomen standpunt, dat dan in dit geval meer in het byzonder zou bestaan in het uitoefenen van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen