GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 40

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

bijdragen

drage van De Gaay Fortman verbindt economische relaties met recht en ethiek. En de bijdrage van Tinbergen verbindt economische relaties met politieke structuren. W. F. de Gaay Fortman heeft de volgende achtergrond: vanaf 1947 hoogleraar privaatrecht en arbeidsrecht aan de vu, gezaghebbend arp-politicus, lid Eerste Kamer, en gedelegeerde bij de Verenigde Naties (van 1953-1956). Enige accenten van zijn stellingen in de congresmap: ‘Met het handvest van de vn is ontwikkelingshulp van een zedelijke plicht, een rechtsplicht geworden. De mensheid ontwikkelt zich naar één wereldsamenleving, en de arme en rijke delen krijgen een steeds grotere wederzijdse afhankelijkheid. Het probleem van de ontwikkelingslanden is te zien als het sociale vraagstuk in wereldformaat’. Hiermee volgt De Gaay Fortman het arp-rapport ‘Samenwerking met minder ontwikkelde gebieden’ (1959), dat uitspreekt: ‘De sociaal-economische achterstand en de nood in de ontwikkelingslanden stellen ons voor het sociale vraagstuk in wereldformaat. Een oude opdracht wordt nu in nieuwe gedaante en nieuwe omvang op onze weg geplaatst. Opnieuw klinkt de eis tot het betrachten van sociale gerechtigheid’. Prof. Jan Tinbergen is ontwikkelingseconoom met een brede, idealistische visie, vanaf 1933 hoogleraar aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, en voorstander van een nieuwe internationale economische orde en van kapitaaloverdracht van rijke naar arme landen, in het kader van een systematische planning. Hij is van mening dat Nederland de in die tijd overwogen belastingverlaging zou moeten opgeven ten gunste van het ter beschikking stellen van één procent van het nationale inkomen voor de arme landen. Zijn stellingen benadrukken ‘de economische oorzaken voor het achterblijven der onderontwikkelde gebieden, zoals: geringe hoeveelheid kapitaal, geringe beschikbaarheid van technische menskracht, en geringe expansiemogelijkheden voor uitvoerproducten. Daarbij spelen een aantal vicieuze cirkels een rol: laag inkomen – lage besparingen – slechte gezondheid – bestendiging van laag inkomen. De parlementaire westerse democratie is misschien niet het meest bevorderlijke stelsel voor de economische ontwikkeling.’5 Het politieke aspect van het thema wordt belicht door de vier forumleden: Van Randwijk, Heldring, Kuypers en Biesheuvel.

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 39

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's