Bijzondere chemie?! - pagina 110

DE

ii2

OPBOUW

retisch heel eigen problemen op. Het onderwerp was een zeer gelukkige greep, omdat - hoewel Coops toen nog steeds de enige hoogleraar in de scheikunde was - er op deze wijze toch allerlei nieuwe aspecten in het onderwijs aan de orde kwamen. Het heeft ongeveer tien jaar geduurd voordat het onderzoek bruikbare resultaten opleverde, maar die waren dan ook van internationaal niveau. Chemici, ook uit het buitenland, kwamen naar de Vrije Universiteit om de apparatuur, die door Coops was ontworpen en bij de Vrije Universiteit was gebouwd, te bekijken. Volgens Van Nes waren in de beginfase de mogelijkheden voor de studenten om van nabij de worsteling met een researchprobleem mee te maken, minimaal. Hij schreef: De eerste groep studenten heeft iets gemist, dat voor een wetenschappelijke opleiding zeer wezenlijk is: het geregelde contact met onderzoekers in opleiding en het meebeleven van de zorgen en moeiten, die de presentatie van research-resultaten met zich meebrengt. Van dat meeleven leert de student hoe moeilijk het is iets nieuws te vinden en wat er komt kijken voor men zijn resultaten passend aan anderen heeft doorgegeven. Daar stond tegenover dat de student in die tijd een frequent contact met de hoogleraar had. Iedere student bracht uren door in de kamer van Coops voor gesprekken over studie, onderzoek en meer persoonlijke zaken. Dat was achteraf gezien een welkome compensatie voor het ontbreken van gedachtewisselingen met jonge afgestudeerden. 2

Het studentenaantal groeide gestaag en in het studiejaar 1938/1939 schreef de eerste vrouwelijke scheikundestudent zich in (Cornelia de Graafï).Toch bleef het protestants-christelijke volksdeel nog vrij lang aarzelend over de combinatie 'exact' en 'vrouw'. Het duurde tot de jaren zestig voordat elke jaarlichting een aantal vrouwelijke studenten telde. In het studiejaar 1947/1948 deed een non mee met het eerstejaarspracticum analytische chemie. Zij vertrok echter weer snel, want het scheikundepracticum bleek erg lastig te zijn in het ambtskleed dat zij droeg. Sinds de jaren negentig is echter 40 tot 50% van de scheikundestudenten vrouw. Een aanzienlijke uitbreiding van de studentenpopulatie trad op in 1942. Een aantal studenten dat in Leiden met de studie was begonnen, zette hun studie voort aan de Vrije Universiteit na het sluiten van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen