Bijzondere chemie?! - pagina 240

H E T P E R S O N E E L E N DE

ORGANISATIESTRUCTUUR

moeilijke jaren. Enerzijds daalde het beschikbare budget langzaam verder. Anderzijds bleef de totale salarislast flink stijgen als gevolg van de vergrijzing van het totale personeelsbestand. Deze twee effecten versterkten elkaar in negatieve zin. In 1993 en 1 9 9 4 werd hetTPSs herzien. De formatie van de faculteit kende heel weinig natuurlijk verloop, terwijl het budget van de eerste geldstroom verder daalde. Hierdoor ontstond een overschrijding van 242

het personele budget. Het aantal formatieplaatsen werd in 1995 door middel van een reorganisatie zonder gedwongen ontslagen teruggebracht van 120 naar 95. In de periode die volgde, steeg het aantal formatieplaatsen (ook door de gunstige economische tijden) weer geleidelijk. Bovendien was de faculteit voor het onderzoek in steeds mindere mate alleen afhankelijk van de eerste geldstroom. In de loop der jaren werden voor de (sub)faculteit de tweede en later ook de derde geldstroom steeds belangrijker. Tot de derde geldstroom werd gerekend het geld dat voornamelijk via contracten uit het bedrijfsleven kwam en soms ook van fondsen, zoals het Astmafonds en het Koningin Wilhelmina Fonds. Door de jaren heen is er niet alleen een grote variatie geweest in de hoeveelheid scheikundepersoneel, ook de samenstelling van het personeel veranderde. Toen het onderzoek en het onderwijs nog in de opbouwfase waren, werd het werk verricht door een klein aantal personeelsleden: Coops, Van Dalen, een analist, acht assistenten, een administratief medewerker en vier instrumentmakers. Dit is ook te zien in de tabel 5. De Faculteit Scheikunde groeide gestaag door naar ruim 170 personeelsleden in de jaren tachtig. Meer dan de helft van het personeel bestond in deze periode uit nwp. In de jaren die volgden werd dat aandeel steeds kleiner. Zo werd het aantal analisten minder. In 2 0 0 4 was het aantal analisten ten opzichte van 1 9 7 0 met eenderde afgenomen. Enerzijds was dit te wijten aan de vergaande automatisering van onderzoeksmethodes, zodat steeds minder analisten nodig waren. Anderzijds was er bij de diverse bezuinigingsoperaties vaak bezuinigd op het ondersteunend en beheerspersoneel (obp) ten faveure van de handhaving van het aantal promovendi. In tabel 5 is voor 2 0 0 4 alleen de personeelsformatie die betaald

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen