Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 211

projecten in alle windstreken

210

Dr. Gerard Dulfer, lange tijd plv. hoofd van de Dienst Ontwikkelingssamenwerking, onderstreept het belang van de exercitie. “Met de beleidsnota heeft de universiteit zich voor een lange periode gecommitteerd met een goed uitgewerkte visie op ontwikkelingsprojecten”, zegt hij, in een interview vlak voor zijn overlijden in 2003. “Mede om die reden is er in de universiteit een bereidheid gekomen om personeelsplaatsen beschikbaar te stellen voor werk op dat gebied. Zelfs onder de zware bezuinigingen van de jaren tachtig heeft de universiteitsraad volledig meegewerkt aan het zoveel mogelijk veiligstellen van de ontwikkelingssamenwerking.”9 In hoeverre heeft het internationale beleid van de vu een specifiek karakter? Prof. Goudzwaard heeft een belangrijke stem gehad in de ontwikkeling van het beleid; hij kan die vraag het beste beantwoorden. “De doelstelling van de Vrije Universiteit gaat over dienstbaarheid aan God en zijn wereld. Het eerste aandachtspunt houdt in ieder geval een relativering in van het eigenbelang; ook in onderwijs en onderzoek staat de dienstbaarheid voorop. Het tweede aandachtspunt betekent onder meer dat de vu haar aandacht moet richten op wereldproblemen, zoals armoede, milieuvraagstukken, rassendiscriminatie, oorlog en vrede”, aldus Goudzwaard. Die opstelling van dienstbaarheid is nogal uitzonderlijk, zegt hij. “In de samenleving en de politiek is er veelal een blind vertrouwen dat het nastreven van eigenbelang tot de beste uitkomst leidt, en niet zozeer dienstbaarheid.” Goudzwaard deelt de kritiek van de sociaal filosoof Habermas, dat de heersende politiek-economische systemen de mensen in toenemende mate aanzetten tot beperkte, rationele doelen. Daarmee wordt afbreuk gedaan aan de menselijke waarde. “Bij alle professionalisering van de ontwikkelingssamenwerking moet je ervoor waken dat je de eigenheid van de leefwereld respecteert”, zegt Goudzwaard. “De vu moet een open oog houden voor de noden van ontwikkelingslanden en daaraan dienstbaar willen zijn, zoveel mogelijk in contact met hun cultuur. De Vrije Universiteit moet bestaande financieringsmogelijkheden gebruiken om te kunnen assisteren bij datgene wat de partneruniversiteit zelf het meest nodig vindt.” Die belangeloosheid is karakteristiek voor het ontwikkelingsbeleid van de vu.10

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 210

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen