GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 42

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

eens minister van Oorlog geweest, een ambt dat hij opnieuw bekleedde toen hem op 1 juli 1938 het nieuws over het eredoctoraat bereikte. Nederig had de senaat de excellentie gevraagd of hij zich deze promotie wilde laten ‘welgevallen’. Die nederigheid was op niets gebaseerd. Van Dijk beschouwde het eredoctoraat namelijk als een ‘hooge eer’, zo berichtte hij per kerende post. Op 20 oktober 1938 ontving hij de bul uit handen van prof. mr. V. H. Rutgers. De motivering voor het doctoraat was, zo blijkt uit een geheim voorstel in het senaatsarchief, geschreven door Rutgers’ collega prof. mr. P. S. Gerbrandy, sinds 1930 hoogleraar handelsrecht, burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht. Gerbrandy wees op ‘de langdurige en gewichtige arbeid van Van Dijk in dienst van het recht’. Die arbeid zou hem ‘als een rechtsgeleerde’ doen kennen – geen gekke kwalificatie voor de gesjeesde rechtenstudent, die Van Dijk was. Het recht was echter niet de belangrijkste reden Van Dijk het eredoctoraat toe te kennen. Die was gelegen in zijn verdediging van ‘de rechtmatigheid van de nationale defensie’. Hij had, aldus Gerbrandy in het ambtelijk jargon van de jaren dertig, ‘daarbij aan de orde komende diepere vragen niet vermeden, maar stelselmatig en grondig behandeld, en steeds doen blijken, door een krachtige overtuiging bezield, in de handhaving van het recht den eenigen en afdoenden grondslag van de nationale verdediging te zoeken’. Erepromotor Rutgers zei het bij de uitreiking korter en krachtiger: ‘Aan de landsverdediging is zijn leven gewijd, die hij nooit anders zag dan als rechtshandhaving.’ Van Dijk verdiende het eredoctoraat volgens Rutgers ook nog om buitenwetenschappelijke redenen: zijn geestverwantschap met de Vrije Universiteit en zijn christen-zijn. De Vrije Universiteit, aldus Rutgers in zijn promotierede, ‘heeft zijn uitgangspunt in het woord van den Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en die in het geloof vastheid geeft. Op deze grondslag staat ook Minister Van Dijk: zijn openbare leven legt daarvan getuigenis af; zijn nauwe betrekking tot de Vrije Universiteit bewijst het.’ Na de oorlog was het met de reputatie van Van Dijk gedaan. Hij werd niet alleen beschouwd als een representant van de ‘conservatieve’ arp in de jaren dertig, maar ook verantwoordelijk gehouden voor het ‘falend’ defensiebeleid voor de Tweede Wereldoorlog. In 1969 opende rijksgeschiedschrijver Loe de Jong in Voorspel, het eerste deel van zijn magnum opus Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, de aanval op Van Dijk. Hij hekelde de gebrekkige inspannin-

41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's