GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 84

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 84

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

versiteit had mogen ontvangen. Ruppert verheelde niet aanvankelijk moeite te hebben gehad met de Vrije Universiteit en vooral met hoogleraar wijsbegeerte Herman Dooyeweerd, met wie hij in een ver verleden de degens kruiste over christelijk-sociale politiek. Maar er waren ook ‘vele leden van de senaat en van het gehele wetenschappelijke corps’ aan wie hij dank verschuldigd was, omdat ze ‘op velerlei (...) wijze hebben meegeholpen aan de bezinning en de oordeelsvorming over de vraagstukken, waarvoor de vakbeweging werd geplaatst’. Op 20 oktober 1970 wist iedere toehoorder naar wie die dank vooral uitging: naar zijn erepromotor De Gaay Fortman, eertijds rector van de kaderschool van het cnv. Zo zette ‘Gaius’ niet alleen Ruppert in het zonnetje, maar werd hij zelf ook in het zonnetje gezet door zijn promovendus.

oeripan notohamidjojo (1972) Het eredoctoraat voor de Indonesische jurist O. Notohamidjojo (1915) had alles van een verlegenheidsoplossing. Dat was alleen al uit de datum van de plechtigheid af te lezen: 4 september 1972. Waar alle eredoctores tot dan toe hun bul uitgereikt kregen op de verjaardag van de universiteit (20 oktober), werd voor Notohamidjojo speciaal een openbare zitting georganiseerd. De in 1915 geboren Notohamidjojo was aanvankelijk leraar geschiedenis aan de kweekschool in Solo. In 1948 ging hij rechten studeren en werd na het behalen van zijn doctoraal in 1956 directeur van een christelijke lerarenopleiding. Die bouwde hij uit tot een bijzondere, op christelijke grondslag gebaseerde universiteit. In het door de senaat opgestelde curriculum vitae werd Notohamidjojo omschreven als ‘een man met een brede belangstelling’ en ‘een grote eruditie’, die het evangelie ‘als een jong rijstplantje’ trachtte te planten op Java. Maar achter deze façade ging een heel andere werkelijkheid schuil. Al in 1966, bij de uitreiking van het eredoctoraat aan T. S. G. Mulia, was de naam van Notohamidjojo gevallen. De immer actieve prof. dr. J. Verkuyl had gesuggereerd Notohamidjojo ook een eredoctoraat te bezorgen, om zo de gereformeerden op Midden-Java niet te mishagen. Dat was toen niet doorgegaan, aangezien Notohamidjojo in een ‘echtscheidingsprocedure’ gewikkeld was, die voor de

83

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 84

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's