GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 32

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

zijn rede kon uitspreken. In de senaat had hij enkele maanden tevoren zijn collega’s dringend gemeld dat haast geboden was: andere universiteiten zouden ook op het idee kunnen komen te pronken met de prestigieuze oud-premier. Dat Colijn aanvankelijk bezwaar maakte tegen de toekenning, zal Diepenhorst niet rustiger hebben doen stemmen. In het dankwoord van Colijn was niets meer terug te vinden van zijn aanvankelijke aarzelingen. Integendeel, hij toonde zich verheugd dat het juist deze universiteit was die hem de eregraad verleende. De ‘beginselen die aan den arbeid der vu ten grondslag liggen’ waren hem steeds ‘tot richtsnoer geweest’, zei hij in zijn dankwoord. Wel erkende Colijn deemoedig dat zijn rijk gevarieerde leven ‘niet bijzonder geëigend (was) tot wetenschappelijke beoefening van zelfs maar één enkel vak van academische studie’. De universiteit zal dat later niet hebben betreurd, maar juist blij geweest zijn met de eredoctor. Colijns ‘Sternstunde’ moest toen namelijk nog beginnen. Van 1933 tot 1939 was hij vier maal premier – en niet slechts een premier voor het antirevolutionaire volksdeel. Hij groeide in jaren van diepgaande economische crisis uit tot sterke man van Nederland. Colijn zou Nederland lang na zijn dood nog bezighouden, ja zelfs tot op de huidige dag onderwerp van discussie blijven. In zijn partij bestond na de oorlog verlegenheid over diens economische en politieke koers. Van die verlegenheid was in de roemruchte jaren zestig niets meer over: Colijn werd ondubbelzinnig veroordeeld vanwege zijn beleid in de crisisjaren, dat star werd genoemd en hardvochtig jegens de minderbedeelden. Begin jaren zeventig zorgde de economisch historicus P. W. Klein echter voor een kentering van dit beeld. Hij poneerde dat de marges om economisch beleid te voeren in de jaren dertig even smal waren als ze eerder en later waren en dat Colijn dus weinig verweten kon worden. Die opvatting werd in de jaren negentig bestreden door de economisch historicus J. L. van Zanden en, in diens voetspoor, door biograaf Herman Langeveld. Zij nagelden het beeld van Colijn als star en hardvochtig economisch denker nog eens vast in het geheugen van Nederland. Niettemin: dat Colijn ook in deze eeuw zo vast in het geheugen staat gegrift, kan als een bewijs worden gezien van zijn statuur.

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's