Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 80
opstandige kinderen van kleine luyden
van het goed-gereformeerde nest waarin hij was opgegroeid krachtig van zich had afgeschud. ‘We waren opstandige kinderen van gewone, gezagsgetrouwe burgers,’ zei Visser in een terugblik op de generatie studenten die de subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen op stelten zou gaan zetten. Kinderen van kleine luyden, veelal afkomstig uit gezinnen zonder academische traditie, die zich aanvankelijk de geijkte universitaire zeden probeerden eigen te maken en bijna allemaal braaf tot het studentencorps toetraden. Eén of twee jaar later keerden ze deze besloten wereld van traditie en behoudzucht echter de rug toe en was het, geactiveerd door de politiek-maatschappelijke woelingen, een en al engagement en bevlogenheid dat de klok sloeg. ‘Ik besloot fulltime-revolutionair te worden,’ aldus Visser, wiens studie niettemin de basis zou leggen voor een hoogleraarschap empirische sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn eerste gloeiende pijlen richtte Visser op de inhoud van de sociologiecolleges. Die waren, vond hij, op de lessen van Van Zuthem na, ‘provinciaals, schools, beperkt, saai.’57 Woldring, de veronderstelde aanhanger van de wijsbegeerte der wetsidee, zou meer van hetzelfde bieden, zo was de vrees van Visser en Ernsting. Ze gaven er uiting aan in de commissie-Van der Kooy die met de bijkans onmogelijke opdracht werd geconfronteerd het complex van vragen over geloof en wetenschap aan Brasz’ doelstellingenstuurgroep over te laten. Beide zaken waren echter onlosmakelijk verboden, wat voorzitter Van der Kooy zelf ook wel wist. Daar kwam bij dat Van der Kooy niets liever deed dan studeren op de materie van geloof en wetenschap. Volgens de econoom diende alle wetenschap een levensbeschouwelijk fundament te hebben, wat hem het positivisme deed afwijzen en nieuwsgierig maakte naar Marcuses neomarxistische opvattingen. Voor het nieuwe stond hij open, de discussie met studenten schuwde hij niet. ‘Als econoom ging hij ook al die boeken lezen die wij lazen,’ vertelde sociologiestudent Pim Fortuyn later. ‘Daar heeft hij ook prachtige colleges over gehouden.’58 In een tussentijds verslag, begin december 1968, benadrukte de commissie-Van der Kooy dat de aan te stellen docent sociale ethiek zich niet alleen op de wijsgerige vorming van de studenten moest richten. Hij moest eveneens oor hebben voor vragen van docenten en stafleden over de wijsgerige en levensbeschouwelijke aspecten van onder-
79
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's