GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 60

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

kafka in het nederlandse bestuursapparaat

Begin 1965 stonden, onder de projectnaam ‘Bestuur-bestuurden’, al drie onderzoeksprojecten in de steigers: de besluitvorming in het provinciaal bestuur, het functioneren van het overheidsbestuur in de agglomeratie Maastricht en de verhouding tussen gemeentebestuur en ‑bestuurden. Bij dit laatste project, waarvoor verkennende onderzoeken plaatsvonden in Zwammerdam, Haarlemmerliede-Spaarnwoude en Wildervank, werd tevens de vraag betrokken hoe groot een gemeente moest zijn om zelfstandig te kunnen bestaan. Met alle drie projecten bewoog de sectie bestuurskunde zich prominent in het institutionele schemergebied tussen overheid en burger. Verkennend onderzoek bij enkele provinciale griffies, een paar jaar eerder, had uitgewezen dat meer dan zestig procent van de besluiten zonder tussenkomst van gedeputeerde staten tot stand kwam. Ambtenaren regeerden zonder dat ze verantwoording hoefden af te leggen, wat uit het oogpunt van democratisch bestuur een bedenkelijke gang van zaken was.17 ‘Het bestuursapparaat blijkt een geheimzinnige Kafka-achtige gevaarlijke organisatie,’ sprak Brasz in 1967 op een congres van de Nederlandse federatie van universitaire studieverenigingen in de sociologie. De staatkundige crisis waarvan Hans van Mierlo en zijn d’66-kompanen zo de mond vol hadden, nog méér na hun verkiezingsoverwinning eerder dat jaar, was volgens Brasz vooral een bestuurlijke crisis. ‘Het bestuur moet als belangrijke staatsinstelling onthuld worden,’ vond Brasz. Het telde een half miljoen employés, droeg zorg voor ‘zuigelingen tot en met atoombommen’ en was de kraamkamer van politiek beleid. Onderwijl was het bestuur goeddeels aan veler oog onttrokken geraakt. ‘Het publiek,’ luidde Brasz’ analyse van het onder meer richting d’66 op drift geraakte electoraat, ‘neemt deze onevenwichtigheden thans bewust waar, omdat het staatsbestel als gevolg ervan niet meer geloofwaardig werkt.’18 Brasz entameerde ook grensoverschrijdend onderzoek. In 1968 ging assistent Ruud Kapteyn, in de jaren zeventig hoofd van het Bureau Buitenland van de vu, op verkenningsreis naar Zambia dat sinds vier jaar onafhankelijk was. Het land werd geregeerd door Kenneth Kaoenda wie een non-raciale samenleving voor ogen stond, op socialistische grondslag. Dit ‘Zambiaanse humanisme’, dat ook christelijke en traditioneel-Afrikaanse elementen bevatte, bezorgde Kaoenda in het westen een vrij goede pers, mede vanwege zijn hervormings-

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's