Israëlitische Oudheidkunde en Archaeologia Sacra - pagina 38
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de Semietische Talen en Letteren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
39 bl. 2 2 - 2 5 ; Neue Untersuchungen, Halle 1847, bl. 7; Neue bibl. Forschungen, Berlin 1857, bl. 269), T o b I e r (a.w. I bl. 35,41 seq. I I 3 seq.), D e W e t t e — R a e b i g e r (a.w. bl. 167), (a.w. bl. 216), K e i l (a.w. bl. 133), W a r r e n Schegg
Haneberg
(a.w. bl. 58 seq.),
(a.w. 432), B o v e t (a.w. 1 bl. 217) M o m m e r t (a.w.
I passim). Daarentegen zijn sedert het midden der
19e eeuw
zeer vele geleerden van de traditie afgeweken en gingen Sion zoeken ten Oosten van el-Wad. Van deze Osthügel-Zion-Theorie bespreekt
Mommert (a.w. I 189 — 242) de voornaamste vormen
en citeert in den breede C a s p a r i (bl. 190-199), v o n K l a i b e r (bl. 199—221), J o s e p h L a g r a n g e (bl. 221-228), Baron v o n A l t e n (bl. 228—240). Ze wordt aanvaard in de archaeologiën van
Schultz-Strack
(bl. 311), B e n z i n g e r
(bl. 4 4 - 4 5 ) ,
D e V i s s e r ( I bl. 138-141), voorts o.a. door M ü h l au (Riehm, Bijb. Wbk, I I 123) en door G u t h e (t. a. p. bl. 675 seq.). De gronden voor deze antitraditioneele opvatting vindt men in 't kort aangegeven o.a. bij B e n z i n g e r (t. a. p.). Sommigen onder hare aanhangers houden den naam Moriah, niet voor historisch, maar voor eene specifiek-religieuse benaming van den Tempelberg. Zoo B e n z i n g e r , M ü h l a u t. a. p. Aangaande den samenhang dezer üion-Moria-quaestie met de Tyropoeon-Acra-quaestie, zie de volgende aanteekening. 47) De Heilige Schrift biedt ons geene systematische beschrijving der ligging van Jeruzalem, maar alleen verstrooide gegevens. De
naam
Moriah komt
slechts op twee plaatsen voor.
In
Gen. 2 2 : 2 moet Abraham Izaäk offeren op een' der bergen in het land Moriah. Daarentegen is in I I Chron. 3 : 1 Moriah een enkele bepaalde berg, waar Salomo het huis des Heeren bouwt ter plaatse van Omans dorschvloer. — Tallooze malen echter komt de naam Sion voor. Bij een onderzoek naar de beteekenis van dezen naam meende ik te moeten uitgaan van het prozaïsche en niet van 't poëtische spraakgebruik, daar dit laatste uitteraard meer ruimte biedt voor overdrachtelijke zegswijze en dat temeer, waar het in dit geval grootendeels van jongeren datum is dan het prozaïsche. Nu komt
ook de naam Sion in de prozaïsche
(historische) teksten des O. T. op niet meer dan twee verschil-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1905
Inaugurele redes | 48 Pagina's