Vijfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 30

XXX

Een woord moet ons daarom nog van het hart aan het adres van onze medestanders. Onze sympathie moet niet alleen zich uiten in eene jaarlijksche geldelijke bijdrage. Onze zonen moeten vp^ij zenden naar deze school. Het is niet zoo licht als sommige zich dat voorstellen, om een jongeling te bewegen tot de keuze tusschen waarheid en leugen. De laatste vindt steeds een bondgenoot in het natuurlijk verstand en hart. Eerst als geen enkel middel verzuimd is kan vrijmoedig gebeden om den zegen des Heeren. Uit eigen ervaring kan spreker getuigen, dat tegenover wat men misschien moet opofferen, staan vele voordeelen, die men mag oogsten. Bezwaren moeten niet ontmoedigen. 0,m elkander te helpen sloten wij ons aan elkander aan. En voorts gaan wij onzen weg, ziende op de hulpe des Heeren, met welke wij zeker goed zuUen uitkomen! Van de gelegenheid, na het uitspreken van dit woord gegeven, om van gedachten te wisselen met den spreker over zijne stelling, maken enkelen gebruik. Allereerst Dr. J. H. Grunning JWzn. Hij verklaart gekomen te zijn om met alle bescheidenheid een woord in het midden te brengen, opdat op hem en zijne medestanders niet van toepassing gemaakt worde het spreekwoord: die zwijgt, stemt toe. De afwezigheid van enkele tegenstanders verklaart hij daaruit, dat zij reeds voldoende hun bezwaren hebben ingebracht en gestaafd. Zijn hoofdbezwaar is, dat de inleider de zaak niet principieel genoeg heeft opgevat en te veel er op schijnt gerekend te hebben van tot medestanders het woord te richten. Zoo is hij niet overtuigd van de onmogelijkheid om door aanvulling de gebreken van het staatsonderwijs te verhelpen. Eene poging in dien geest was helaas, mislukt, en de gelden aan de Vrije Universiteit besteed, zouden z. i. vrij wat nutter aangewend worden, zoo men ze daartoe had doen strekken. De klove waarvan gesproken is, erkent hij niet, daar hij het verschil niet ziet tusschen eene geloovige en eene ongeloovige botanie, tusschen eene gereformeerde en eene niet-gereformeerde wiskunde. Hij klaagt de oprichters dezer stichting aan van veel kwaads te hebben gesticht, door kringen van geheel onbevoegden op te roepen om te rechten over wat binnen de kring der wetenschap ligt. Door hun voorstellingen waren geheel verkeerde denkbeelden gekweekt aangaande de vraag, wat eigenlijk wetenschap is. Wetenschap is toch niet anders dan eene willekeurig gekozen stelling te nemen en dan de logische gevolgtrekkingen na te gaan, die daaruit voortvloeien. Een economist b. v. stelt de vraag, welke maatschappij wij zouden hebben, indien alle menschen zich eens lieten leiden door het welbegrepen eigenbelang. Nu

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen