GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 48

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XL VI

Is niet een student, die nooit dronken geweest is, een witte raaf en wordt hij niet met eene soort van verwondering of ook minachting aangezien ? En waar nu deze ziel- en lichaamverwcestende zonden zoo voortwoekeren, en de tallooze schare van trawanten, die haar plegen te vergezellen, minder dan ooit ontbreken onder de bloem der jongelingen, die eenmaal geacht zullen worden tot de aristocratie des geestes te behooren, wat hebben we daar voor ons arme vaderland in de toekomst te verwachten, wat anders dan een nog dieper zinken, zoo God het niet verhoedt? Wat dunkt u? Kan onder zulke omstandigheden ik zeg niet eens belangstelling in geestelijke dingen, maar ook maar eenige algemeene ideale, niet winstbejagende belangstelling in de wetenschap worden verwacht? 'f Verwondere u niet M. H., dat ik als rector der Vr. Univ. dezen cursus openende over deze dingen spreek. Onze hoogeschool toch moet naar luid van art. 24 van haar reglement niet alleen bevorderlijk zijn aan den bloei der wetenschappen, maar overeenkomstig de uitspraak van Gods Woord, dat ,de vreeze des Heeren het beginsel der wijsheid is", ook dienstbaar gemaakt wordeu „aan de bevordering van godzaligheid in den lande." En dat zeer terecht. Zoowel naar de beschouwing der ouden, als der Christelijke kerk en vooral der Protestantsche, bestaat er tusschen goede zeden en wetenschap een zeer nauw verband. Zeker, ziet men in de wetenschap niets anders dan, zooals de positivisten willen, en helaas met hen ook sommige Christenen, de empirische kennis van feiten en hunne verbinding tot wetten, dan bestaat er tusschen de wetenschap en de praktijk der godzaligheid weinig of geen verband, maar dan gaat men ook uit- van, of komt tot eene anthropologie, die tegen het Woord Gods indruischt en de eenheid van het geestesleven opheft. Erkent men echter nog eene hoogere waarheid dan deze positivistische, of, om in positivistischen trant te spreken, staat men nog in het theologische stadium der wetenschap, rekent men dus ook in de wetenschap nog met een God, zonder wiens wil geen muschje ter aarde valt, noch een haar van ons hoofd, dan kan men ook aan de wetenschap 'haar zedelijk karakter niet willen ontnemen en erkent daarmede een verband tusschen haar en de goede zeden. Trouwens dat verband dringt zich in de praktijk des levens telkens aan ons op en niet het minst aan de Hoogeschool. Hoe zullen wij, uwe hoogleeraren,, en Gij, onze discipelen, waarlijk wetenschap verwerven, dat is tot waarheid en zekerheid trachten te komen in het opsporen der eenheid en van het verband in de wereld der versch^nselen, wanneer er niet lust tot waarheid in het binnenste is, wanneer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's