Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36
XXXIV
recht van de theologische faculteit aan onze Staatshoogescholen gesproken. Spreker herinnerde aan de feiten, die in 1876, toen minister Heemskerk zijn wetsontwerp op het Hooger Onderwijs indiende en waarbij de Regeering voorstelde de theologische faculteit te doen vervallen, hadden plaats gehad. De Minister boog toen voor de liberalen het hoofd, en onder deze parlementaire pressie is toen een regeling tot stand gekomen, die voor de Overheidsscholen de oprichting eener"faculteit van zeer partijdige godsdienstwetenschap, onder den vermomden naam van theologische faculteit, verphcht heeft gesteld. De stad Amsterdam meende toen niet te mogen achterblijven. In niets wilde het, ,dat haar Stichting zou achterstaan bij Leiden of Utrecht, en dus moest ook Amsterdam kerkelijke hoogleeraren hebben. Tengevolge van dien wensch nam de toenmalige Gemeenteraad het noodlottig besluit, waarbij de stad zich voor een reeks van jaren verbond om telken jare ƒ 10,000 aan de Haagsche Synode te betalen. Een besluit, waarbij de Gemeenteraad, om de Vrije Universiteit den voet dwars te zetten, tevens als clausule bedong, dat de Haagsche Synode geen andere studenten, dan die van de Overheidshoogescholen kwamen, tot haar examina zou toelaten. En zoo zijn de Professoren Gunning en Knappert naar Amsterdam getogen, en het eenige oogmerk, om nl. ook te Amsterdam een theologische faculteit met een draaglijk aantal studenten te hebben, was bereikt. Kort na de verkiezing van 1888 echter kwam de beweging tegen de Amsterdamsche theologische faculteit in gang. Zij werd vooral in de hand gewerkt door de verplaatsing van Prof. Gunning naar Leiden; en door de cordaatheid en beginselvastheid van een kleine, echt-liberale groep is er toen een voorstel ter tafel gebracht, eerst om geen geld meer voor een nieuwen kerkdijken hoogleeraar te geven, en toen dit geen bijval vond, om. zich tot de hooge Regeering te wenden met het verzoek, dat de instandhouding der theologische faculteit aan de Overheidsuniversiteiten facultatief mocht gesteld worden. En zulks met den openlijken toeleg, om, won men dit pleit, de theologische faculteit althans aan de stedelijke Universiteit te doen vervallen. De strijd hierover woedt nog voort, en het is op verre na nog niet te zeggen, tot welk besluit de Regeering in deze materie komen zal. Dat vroeg of laat de theologische faculteit van onze publieke Universiteiten wegvalt, is een even zekere als goedgeefsche profetie ; maar hoelang ze haar leven nog rekken zal, is zelfs van verre niet te gissen. Kwijnende zieken zijn soms taai. Het was juist daarom goed en billijk, dat de quaestie, die door dezen strijd aan de orde is gesteld, van verschillend standpunt op onderscheidene wijze worde toegelicht. Die phcht rust ook op
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Jaarboeken | 157 Pagina's