GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 38

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXVI

om dit te kunnen doen, moet ze als uitgangspunt voor haar doceeren een belijdenis bezitten; 5e. moet deze belijdenis, zal ze doceeren voor de practijk des levens, saamvallen met de belijdenis der kerken, op de vorming van wier dienaren ze oog heeft; en 6e. kan ze in geen universitair verband staan met andere faculteiten, die haar bovennatuurlijk uitgangspunt en het bestaansrecht der boven de natuur uitgaande openbaring, principieel of feitelijk, bij hetgeen ze zelven doceeren, loochenen. Voor wat het derde punt van onderzoek, de publieke Universiteit ten onzent, betrof, vergeleek de hoogleeraar zijn genomen conclusiën inzake de theologische faculteit met ons universitair onderwijs hier te lande, dat volslagen beginselloos is en niet den minsten vpaarborg biedt voor den geest van hetgeen gedoceerd wordt. Zijn slotsom was, dat de vraag, of aan de Rijksuniversiteiten hier te lande plaats is voor een theologische faculteit, ontkennend moet beantwoord worden. En wel op de drie navolgende gronden: Een faculteit is ondenkbaar, tenzij ze in eenheid van belijdenis haar uitgangspunt hebbe ; anders kan ze geen theologie doceeren, dan voorzoover deze deels onder de philosophic, deels onder de letterkundige studiën thuishoort. Zulk een waarborg nu voor eenheid van belijdenis is bij de inrichting onzer Universiteiten ondenkbaar. Atqui ergo kan ze aan onze publieke Universiteiten niet bestaan. Ten tweede: een faculteit der theologie eischt correspondentie met de kerken, aan de wetenschappelijke vorming van wier doctores en pastores ze arbeiden wil. Onze wet daarentegen snijdt elk stilzwijgend of officieus • verband tusschen de faculteit en de belijders der kerken af, en kan diensvolgens geen theologische faculteit onder haar faculteiten opnemen. En ten derde: Een theologische faculteit kan in geen universitair verband staan met andere faculteiten, die principieel het onderwerp van haar onderzoek ignoreeren of loochenen. Dat doen de overige faculteiten aan de publieke hoogescholen, die geen ander richtsnoer dan de Rede erkennen; en hieruit volgt, dat geen theologische faculteit in het verband van zulke Universiteiten bestaan kan. De , gedienstigheden van de praktijk", die het kwaad temperen, hebben niet plaats krachtens, maar in strijd met het beginsel onzer Hooger-Onderwijswet. Nu bleef nog over de beantwoording der vraag, of er aan de publieke Universiteit plaats is voor een theologische faculteit met het oog op die opvatting van het wezen onzer Universiteiten, gelijk die in de pubheke opinie resultaat is van het compromis, dat tusschen de idealisten en practici sinds 1876 wierd gesloten. Daarbij werd teruggegaan tot de beginselen van ons staatsrecht. En wat nu is hiervan het primordiaal beginsel, door alle partijen als haar overtuiging beleden? Dit, dat de Staat als zoodanig

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Jaarboeken | 157 Pagina's

Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Jaarboeken | 157 Pagina's