Twaalfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 55
LIII
tenlaud bestaat én deels ook reeds bij ons gevonden wordt, het lichtst de tegenstander kan gewonnen worden, al is zeker de vrees niet denkbeeldig, dat zijn tegenstand niet gemakkelijk zal te overwinnen zijn, waar verandering het Gereformeerde' element ten goede zou komen. Hoe het zij, varus modis bene fit. Het doel kan langs meer -dan één weg verkregen ^vorden. Het doel zelf blijve ons intus«chen voor oogen staan. De toestand^ van het heden kan niet bestendigd. De ivetenschap is'vrij! Laat dan ophouden, dat de Staat voor een groot deel de richting der wetenschap bepaalt. Het Staatsabsolutisme moet teruggedrongen en het geldt hier een zijner meest drukkende vormen. De tijd der onmondigheid is voorbij. Laat de Overheid de Maatschappij steunen; haar waarborgen verstrekken voor de bekwaamheid van wie haar in een wetenschappelijk beroep wil dienen. Ik zal het niet wraken. Doch dan zij het ook waarlijk een hulp verleenen aan de Maatschappij en niet het. dwingen van het volk, dat het zijn zonen afsta, om bewerkt te worden naar het inzicht eener kleine doch opper'machtige groep. Elk onderscheid van standen mag volgens de hedendaagsche wijsheid niet worden geduld. Wie aan de algemeene verbroedering geen deel wil nemen, hoort in onzen tijd niet thuis. Welnu, hier geldt het 't wegnemen van een scherpe afscheiding; hier is een breede klove te dempen; hier is behoefte aan meer verbroedering; hier is een sociaal belang van het grootste gewicht. Deze rede, met onvermoeide geestkracht en bezielend enthousiasme uitgesproken, werd met belangstelling gevolgd en lokte menigmaal een daverend applaus uit. Nadat de Voorzitter den spreker gedankt had voor zijn door^vrocht inleidingSAVoord, stelde hij de gelegenheid tot debat open. Ook nu schitterden onze tegenstanders door afwezigheid. Prof. Kuyper, die „met genot" den referent gehoord had, deed hem nog drie vragen, waarop hij echter ditmaal, bij zoo tropische hitte, geen antwoord vraagde, maar gsiarne wachten wilde tot een volgende Jaarvergadering: lo. Hoe de Overheid zorg moet dragen voor de rechten der minderheid, waar de Overheid althans gebonden is aan de medeAverking der beide Kamers? 2o. Of de liberalist van- zijn standpunt uit geen zaak van barmhartigheid doet, door den geest der natie te willen veranderen; in zijn oog zijn de Eoomschen en Gereformeerden toch menschen, Avier hoofd niet in orde is; die daarom in een dwangbuis moeten • ^ 1 1 •
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Jaarboeken | 189 Pagina's