Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 61

man weet er van en hij alleen kan met een zorgvollen blik op den toch rijk geladen boom staren. Vooraf echter enkele opmerkingen over sommige posten. We mochten ons verblijden in<le ontvangst van eene som van /" 1489.49^ tot vermindering van de schuld, welke op het Hospitium rust^ Voor het Hospitium-huishouden werd ontvangen een totaal bedrag van ƒ9438.91^; nemen wij hiervan de uitgaven voor het huishouden, benevens de huur af, zoo blijft op dezen post. een batig saldo van /" 868.85^. Nog steeds komt de Medische faculteit aan geen der beide zijden van onze rekening voor. Wij willen niet dringen, niet dwingen — de nood zij den Broederen aan het hart gelegd, nu vooral^ waar de kerken al meer hare roeping ook op dit gebied beginnen te gevoelen — doch de inkomsten daarvan gedoogen vooralsnog de stichting eener Medische faculteit niet. Het bedrag, dit jaar daartoe ontvangen en ƒ 554,51® groot, wordt met dat over vorige jaren afzonderlijk beheerd, zoodat thans deze rekening voor ƒ 3140.61^ op de balans voorkomt. Aan erflatingen werd dit jaar ontvangen een bedrag van /"TóSO.—, waaronder eene som van f 6000.—, welke echter door den erflater toegewezen werd met verzoek, dat dit bedrag als hypotheek mocht blijven op het gebouw, daarvoor indertijd verstrekt. Aangezien er geenerlei gevaar bij deze plaatsing bestaat, kunnen we niet anders dan ons ook over deze wijze van schenking verblijden. Verder blijkt, dat, waar we aan Schenkingen dit jaar ruim zes duizend gulden meer ontvingen dan verleden jaar, de collecten vrij wat minder bedroegen en de jaarlijksche contributiën, ondanks het steeds groeiend aantal nieuwe contribuanten, nagenoeg dezelfde bleven. En dit juist is ons eene oorzake van zorg. We stellen elke schenking op prijs; doch de contributiën en collecten zijn de meer vaste factoren, die ons den noodigen moed verleenen om het huishouden van onze Vereeniging uit te zetten of noodzaken die in te krimpen. Schenkingen zijn verrassingen, waarmede men niet rekenen mag; jaarlijksche collecten en contributiën het inkomen, waarvan men leeft en teert. En waar we nu juist gewacht hadden, van de collecten een steeds hooger bedrag ons te zien toevloeien; waar het tal van nieu\v geworven contribuanten ons hooger bedrag aan jaarlijksch inkomen scheen toe te zeggen; daar vinden we ons teleurgesteld. God weet en wil het; maar toch . . . deze teleurstelling dringt ons te meer om onzen Broeders Correspondenten en Agenten toe te roepon: „Houdt toch, wat ge hebt!" Laat het niet alleen uw streven zijn, nieuwe leden en contribuanten te winnen, doch houdt het smeulende vuur wakker bij hen, wier belangstelling ons tot heden steunde, 't Is per slot van rekening gemakkelijker tien te behou-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen