GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 54

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

LIV

^

Ook de Heihge Schrift komt met de bewering tot den mensch, dat zij de openbaring, het Woord Gods is. En zij eischt, dat de mensch zich tot haar stelle in de verhouding des geloofs, dat is : haar als waarachtig, als Woord Qods aanneme en erkenne. De motieven, die iemand tot dit geloof bewegen, zijn geen historische bewijzen, maar geestelijke ervaringen. Zij brengen er den mensch toe, dat hij zijne gedachten gevangen leidt tot de gehoorzaamheid van Christus, aan Gods Woord zich onderwerpt en dat Woord aanneemt alleen op grond van het gezag en de getuigenis Gods. Dat geloof neemt dus in de theologie dezelfde plaats in als de zinnelyke waarneming in de andere wetenschappen. Gelijk de zintuigen ons de zienlijke wereld ontsluiten, haar bestaan ons verzekeren en het materiaal der kennis ons toevoeren, zoo is het geloof een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Maar het aannemen van het Woord Gods door het geloof is nog geen wetenschap; evenmin als de kennis, door de zinnelijke waarneming van de zichtbare wereld verkregen, reeds dien naam dragen kan. Niet de zintuigen, maar- alleen het verstand is het eigenlyk orgaan der wetenschap. Alle weten, zoowel in de theologie als in de andere wetenschappen, komt alleen tot stand door het intellect, dat door de verschijning heen indringt in het wezen en de oorzaak der dingen. Schoon Uit een ander beginsel afgeleid, is er zoodanige door het intellect verkregen kennis in de theologie evengoed bereikbaar als in andere wetenschappen. En er staat dus met volle recht eene wetenschap des geloofs naast eene wetenschap der rede. Toch kunnen deze beide niet onverzoend naast elkander blijven staan. Het dikwijls aangeprezen dualisme is onhoudbaar. De wetenschap is één, zoo zeker als de menschelijke geest, als de wereld, als God zelf één is en met zichzelf overeenstemt. Het ideaal der wetenschap is een harmonische samenvatting van al onze kennis, eene „einheitüche" levens-en wereldbeschouwing, die van God uitgaat en tot Hem terugkeert. Zulk eene wetenschap is alleen mogelijk op het standpunt des geloofs. De wijsbegeerte heeft er te allen tijde naar gestreefd, maar ze niet verkregen. Maar de openbaring geeft ons alle die waarheidselementen aan de hand, welke tot den opbouw van zulk eene wetenschap het onmisbaarst noodig zijn. En het geloof, waarmede die openbaring wordt aangenomen, is geen zesde zintuig naast de andere, maar eene hebbelijkheid van het intellect, die altijd ons bijblijft. Een geloovige is de in beginsel weer normale mensch, de mensch, die door het geloof in de rechte verhouding tot God en daarom ook tot alle dingen is hersteld, Hij ziet geen andere dingen dan de ongeloovige, maar hij ziet dezelfde dingen anders en beter. In het licht van Gods Woord ziet hij het licht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's