GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 30

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXX

zonder Christendom is het onmogelijk het volk op te voeden, en het staat met het Christendom in Indië zoo treurig geschapen. De openbare school werkt zoo kwaad, en haar invloed brengt ons hoe langer hoe verder op de verkeerde paden. De ambtenaren zijn helaas ten opzichte van het Christendom meestal onverschillig; dringend noodig is dat de toestand geheel verandere. De heer Tromp uit Rotterdam heeft met aandacht naar het referaat en de discussie geluisterd. Toch is hem het verband tusschen de Vrije Universiteit en Art. 122 van het Regeeringsreglement niet duidelijk geworden. Hij zou daarom willen vragen, of het bestuur er niet toe zou willen besluiten, om het referaat te doen drukken, opdat deze quaestie de belangstelling vinde, die zij verdient. De Voorzitter zegt, dat hij dit verzoek gaarne aan het Bestuur zal overbrengen, dat het wel in overweging zal willen nemen. Thans werd het woord gegeven aan Prof. Dr. W. Geesink, om de vraag in te leiden: Is niet de tijd aangebroken om, ook met het oog op de toekomst onser Universiteit, op de aanstelling van lectoren, meer dan tot dusver is geschied, de aandacht te vestigen en in welke richting zou dit denkbeeld te verwezenlijken zijn ? Het referaat van Prof. Dr. Geesink luidde als volgt: Leden en Begunstigers der Vereeniging voor Eooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag! Uitgenoodigd door Heeren Directeuren onzer Vereeniging in deze vergadering een onderwerp te behandelen zal ik, met hun toestemming', de vraag inleiden: „Is niet de tijd aangebroken om, ook met het oog op de toekomst onzer Universiteit, op de aanstelling van lectoren, meer dan tot dusver is geschied, de aandacht te vestigen en in welke richting zou dit denkbeeld te verwezenlijken zijn?" De aanstelling van lectoren kennen zoowel de Wet op het Hooger Onderwijs, als de Statuten onzer Vereeniging en het Reglement onzer School. De Wet spreekt van lectoren in Art. 59: „Lectoren worden door Ons benoemd en ontslagen. Zij genieten een jaarwedde uit 's Rijks kas," en ook in Art. 61 waar zij, in verband met Art. 56, al. 2, een bepaling geeft wat te doen indien een hoogleeraar of

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's