GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 20

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XX

bleef dus in 1894 onvervuld. Daarin zal op de eerstkomende jaarvergadering moeten worden voorzien. Te dezer plaatse zij tevens gememoreerd, dat de Heer S. baron van Heemstra, die aan de beurt van aftreding was als Directeur, herkozen werd en zich die herbenoeming heeft laten welgevallen. Het jaar 1894 heeft zich ook in andere opzichten gekenmerkt door moeielijke ervaringen, welke alle moesten medewerken om ons onze diepe afhankelijkheid van den Heere te doen gevoelen. Werd wel geen onzer Hoogleeraren door den dood weggenomen, er was toch vreeze des doods, toen Dr. Kuyper door ernstige krankheid getroffen werd, die ten gevolge had, dat hij na de zomervacantie zijn werk niet heeft kunnen hervatten, doordien hij eerst op den laatsten dag des jaars in het vaderland kon terugkeeren. Onnoodig zal het zijn hier met vele woorden uit te spreken, hoe groot de spanning was, waarin wij verkeerden bij de gedachte dat deze onze Hoogleeraar wel eens van ons kon worden weggenomen. Het was alsof de Heere ons daarop wilde voorbereiden. Immers, Hij had Zijnen knecht het voorrecht geschonken één grooten wensch zijns harten vervuld te zien en zijn „Encyclopaedic der Heilige Godgeleerdheid" te kunnen ten einde brengen. Het had wel kunnen zijn, dat de Heere hem thans wilde opnemen om te rusten van zijn veelvuldigen arbeid . . . . maar Hij heeft het nog niet gedaan. Hij heeft onze gebeden nog willen verboeren en nog gedachten des ontferming gehad, ook over onze Hoogeschool, die zijn diensten niet ontberen kon, en Hij schonk hem ons terug in Zijne groote goedheid. Hem zij daarvoor ook hier onze oprechte dank toegebracht! Maar er was meer dat ons bekommerde. Een storm dreigde in den boezem der Vereeniging. Er waren broederen, die zich ongerust maakten, dat de handhaving van Art. 2 onzer statuten niet voldoende werd in acht genomen, welk artikel bepaalt „dat 'de Vereeniging voor alle onderwijs, dat in hare scholen gegeven wordt, geheel en uitsluitend op den grondslag der Gereformeerde beginselen staat." Directeuren hebben natuurlijk niet nag-elaten de aandacht van Curatoren op deze zaak te vestigen, welke dan ook in den boezem van den Senaat een punt van overweging heeft uitgemaakt. Hierin hebben onze Hoogleeraren aanleiding gevonden om elk voor zich en gezamenlijk te overwegen, wat misschien gegrond in deze uiting van vrees mocht kunnen zijn. Als gevolg van zeer ernstige samensprekingen zijn zij tot de overtuiging gekomen, dat, om de zoo noodzakelijke eenheid in het onderwijs te bevorderen, meerder gemeenschappelijk onderzoek en onderlinge behandeling der beginselen gewenscht is, en hebben zij ons eene verklaring gezonden, met vergunning daarvan ook aan de vrienden 'onzer hoogeschool mededeeling te mogen doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's