Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 40

o XL

gij wilt „bijkomende vakken", als catechetiek en pastoraal, Israëlietiache oudheden om van andere maar niet te spreken, waarin evenmin wordt onderwezen. En eindelijk, dat de worsteling" voor het Calvinistisch beginsel ook op ander gebied dan dat van de Universiteit de krachten van sommige onzer hoogleeraren wellicht derwijs kan eischen dat zij die tijdelijk aan onze Universiteit zouden moeten onthouden. Onze vraag splitst zich in tweeën. :Ik heb getracht U met mij van oordeel te doen zijn, dat op de aanstelling van lectoren thans de aandacht dient gevestigd, mij rest nog het laatste gedeelte der vraag; „in welke richting zou dit denkbeeld te verwezenlijken zijn?" te bespreken. Dan dit kan uiteraard slechts kort zijn. Een voorstel toch, een gedetailleerd voorstel, een ontwerpinstructie voor de lectoren zult gij hier van mij wel niet verwachten. De verwezenlijking van het denkbeeld ligt aan het einde van den weg, aan het begin staat de onderlinge bespreking waardoor de aandacht, die mijn woord aanvankelijk op de zaak heeft gevestigd, kan worden versterkt. Aan een dergelijke bespreking geef ik thans deze zaak over. Indien de Vereeniging voor Hooger Onderwijs haar levensvatbaar acht, zal dit zeker strekken om er hare Bestu urderen en de Verzorgers onzer Hoogeschool voor te doen arbeiden.. Moge dan blijken, wanneer eens het einde van den weg' zal zijn bereikt, wanneer ook aan onze Universiteit lectoren werkzaam zijn, dat dit strekt-tot bevordering van het leven, den groei en de glorie van de Stichting die ons aller liefde heeft! Deze beschouwingen van den geachten inleider gaven tot eenige bespreking aanleiding, welke echter, met het oog op het vergevorderde uur, niet konden worden ten einde gebracht, om welke reden, op voorstel van den Hoogleeraar Dr. J. Woltjer, besloten werd, het referaat in het volgend jaarverslag af te drukken, ten einde D.V. op de volgende jaarvergadering terstond te kunnen overgaan tot de verdere bespreking daarvan. Thans wordt medegedeeld, dat de uitslag der benoemingen deze is: Tot Bestuurslid is herkozen de heer S- baron van Heemstra^ met .72 stemmen; op R. baron van den Borch van Verwolde waren 2 stemmen uitgebracht. Tot tweede plaatsvervanger en bestuursleden is gekozen'de heer H. Waller te Amsterdam met 33 stemmen; op den heer Th. H. van Eeghen waren 15 stemmen uitgebracht. De overige stemmen waren verdeeld. Tot leden van de Commissie voor het nazien der

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen