Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 50

L

tafel niet en werd een dronk op onze Koningin met het zingea van het Wilhelmus begroet. Ds. Van Schelven dankte ten slotte den Heere voor de genotea zegeningen. Het referaat van Prof. Woltjer is hier slechts kort opgenomen. Om het groote belang van het daarin verhandelde, raden •wij evenwel ieder, die het nog niet deed, het zich aan te schaffen; want het is in druk verschenen bij den Uitgever J. A. Wormser, onder den titel: Vrijheid, de levensvoorwaarde van dit Hooger Onderwijs. De Vergaderingen van Directeuren hadden geregeld plaats, Het aantal leden der Vereeniging bedraagt 490, dat der begunstigers 7930. Van 583 Corporatiën en Kerken werden collecten en contributiên ontvangen. In het Hospitum bleef Mevr. Mond ons gespaard. Met eene liefde en overgegevenheid boven onzen lof verheven, bleef zij daar werkzaam in de besturing dezer groote huishouding. De Regent, Prof. de Hartog heeft in 1894 met langdurige krankheid te kampen gehad, welke hem veelal verhinderde zich naar zijn wensch aan zijn taak te wijden." (*) Onze Amanuensis, de heer Jb. V. Oversteeg, mocht zich met lust en opgewektheid aan zijne taak blijven wijden. Hij heeft, behalve het uitgebreide kantoorwerk, tochnog tijd kunnen vinden eenige reizen te doen, en bezocht onderscheidene plaatsen in de provinciën Zuid- en Noord-Holland, Friesland en Groningen. En hiermede dragen wij den arbeid der Vereeniging bij vernieuwing den Heere op, opdat Hij het zondige verzoene en onze stichting zegene; en bevelen wij haar inde hartelijke belangstelling aan van allen, die oprechtelijk bidden:'„Uw Koningrijk kome-; kome ook op het gebied der wetenschap en der kennis, opdat U de eer em de lof worde toegebracht." De Directeuren, W. HOVY, Voordtter. S. VAN HEEMSTRA, Secretaris. AMSTERDAM,

April 1895.

(*) "Voor het vaststellen van dit verslag werd onze hooggeschatte vriend e» broeder Dr. A. H. de Hartog ons door den dood ontrukt. Den 5 Febr. 1895 ging hij in tot de ruste van Gods Volk De Heere nam hem weg, nadat de medicijnmeesters verklaard hadden, dat volstrekte rust voor zijn herstel onvermijdelijk was. Zijn heengaan vfordt door ons allen en niet het minst door de studenten betreurd, niet alleen wegens de gaven en talenten, die ons in hem ontvielen, maav niet minder ook >yegens de beminnelijkheid van zijn persoon en de vroomheid van zijn gemoed. Zijn gedachtenis zal onder ons in zegening zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen