GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 30

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVIII

schen strijd en daardoor vrede; wij zoeken de worsteling en daardoor rust; en we trekken op onder de leuze: „Looft den Heere", want om de eere zijns naams gaat het; alle knie moet zich buigen voor Hem op alle terrein des levens. Den naam des Heeren roepen we aan en daartoe vinden we grond en recht in het Woord en bestel des Heeren. Uit dat Woord wil spreker dan ook- voor deze gebedsure putten, en hij bepaalt daartoe de aandacht zijner hoorders bij dit woord uit Matth. 6 : 9 : Uw naam •worde geheiligd. In dat woord ligt opgesloten ten Ie. dat de Heere zijn naam openbaarde; 2e. dat niet allen zijn naam heiligen, en 3e. dat de gemeente des Heeren geroepen is om tot eere van dien naam te arbeiden op allerlei wijze en op allerlei terrein. Na deze inleiding liet spreker zingen Ps. 27 : 7 en ging hij voor in gebed; en zette toen uiteen, wat met den naam des Heeren in de H. Schrift is bedoeld. Die naam is de benoeming, het geheel van de openbaring Grods, zoowel in het leven der genade, als in dat der natuur. Mozes wordt naar Israël in Egypte gezonden met het: „Ik zal zijn die Ik zijn zal"; dat is de gedenknaam des Heeren, waarmede Hij zichzelven noemt. Dat van vreugde opspringen, die uwen naam liefhebben, zegt de Psalmist; de Spreukendichter zegt ons dat de naam des Heeren een sterke toren is. Doch God heeft zichzelven, zijn bestaan, zijn wijsheid ook in de natuur geopenbaard. De hemelen vertellen Grods eer en het uitspansel verkondigt zijner handen werk. Hoe groot zijn uwe werken. Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van uwe goederen. De zon, de maan, de sterren, bosch en veld, berg en dal, stroom en beek, al wat leeft verkondigt de grootheid van des Heeren naam. En ook in de historie der volken wordt de grootheid van dien naam geopenbaard. De heidenen zullen den naam des Heeren vreezen; die naam is heerlijk over de gansche aarde. En waartoe nu openbaarde de Heere zich? Hij deed het, opdat de mensch Hem zou kennen en eeren als Schepper, Koning en Vader. Het werk van Satan is: de eere van dien naam te verdonkeren, en de mensch deed aan dat heillooze werk mee. Dat God desniettegenstaande toch zijn heerlijken naam onder de menschen openbaarde is een bewijs van zijn genade en ontferming, die met ons naar onze zonden niet handelt. Maar nu ga dan ook geen mensch, geen volk, geen school dien naam met kleinachting voorbij. Die naam moet worden opgenomen; voor zijn eere moet geworsteld en rusteloos gearbeid, en die naam moet beleden. Beleden op alle terrein des levens, want alle ding is tot eere van dien naam geschapen. Er moet gewerkt om in de Schriftuur en in de natuur God te kennen; zgn deugden moeten worden verkondigd, en al onze worsteling, al ons studeeren en arbeiden moet zijn tot eere Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900

Jaarboeken | 179 Pagina's

Twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900

Jaarboeken | 179 Pagina's