Vijf-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 27

XXVII

omt; een -wet, waarbij ook de school onzer vereeniging belang heeft. ziet, rm twaalf' jaar geleden, was het M r . Heemskerk, die op de ^'. eiihg de vraag ter sprake b r a c h t : »Hoe k o m t de Overheid, in betrektot de Vrije Universiteit, hare roeping het beste n a ? " Moe rijn we thans een schrede nader gekomen aan de oplossing van ^ 'aagstuk en wat zegenrijke omkeer had i n ons land plaats, dat ' oplossing onder zoo g e l u ' k i g e omstandigheden kon worden beproefd! inderdaad, terugzien naar voorheen geeft reden tot dank, tot diepe 'ootnioediging. Groote dingen heeft de Heere aan ons gedaan; we gin gewassen in dit land onze strijd is met zegen gekroond; en het ' , die stemming, dat we ons jaarfeest te gemoet gaan en i n de e oude stad G r o n m g e n saamkomen. n

h

e

v

e

l

n

0 0 n

DE URE D E S GEBEDS. Als naar gewoonte werd de jaarvergadering door een ure des gebeds j ° ' a f g e g a a n . Daartoe kwamen velen uit alle oorden des lands bijeen de zeer fraaie 'uideikc'k, waar D s . Breukelaar, van Zaandam, voor *! gioote schare optrad. V a n deze rede volge dit verslag vi u ^ ' f l U n h e r s h e i t is het laatste jaar i n allerlei k r i n g e n veel„ 'dig genoemd. De behandeling van het W e t s o n t w e r p op het Hooger ^ derwijs heeft haar te pas of te onpas, niet alleen i n 's lands raadzaal, tjar j p i[j,g d u b , i n dagblad en vlugschrift ter sprake 'acht. Dit teekent, dat men i n haar een stichting gaat zien, w i e r beteekenis ^ niet meer kan o m k e n n e n en wier invloed men ducht £ e D e r z i j d s stemt dit t c t dank, maar anderzijds voorspelt het toeneende worsteling. De Christelijke wetenschap staat op voet van oorlog ^.f' de wetenschap dezer eeuw, die niet rekent met God en Zijn W o o r d . J moet niet alleen den troflel. maar ook het zwaard hanteeren. £; hij die worsteling gaat het om de eere Gods. t,n i , j j -worsteling, waartoe ODze S t i c h t i n g i n k l i m m e n d e mate roepen wordt, is hare hulpe alleen i n den N a a m des Heeren. bp£ ' daarom zoo juist gezien, dat aan haar jaardag een gebeds-ure [joo't vooraf te gaan. v is een stichting des gebeds. Dat is haar zwakheid, maar ook kracht. j j 'jj echter het gebed ook gave Gods is — ga vooraf de smeeking, P " i j e m e gebeds-ure geve — VB woord ter inleiding met gebed, zij ontleend aan P s 20, de 8 tot 10 dit • ^ ' ^ ' I ^ a è h e t i s e h volkslied De Geest des Heeren gaf als L ^ opdat Israël daarmee den Gezalfde des Heeren toezingen zou, fc- ,.hij aan de spitse des volks uittrok ten strijde H e t volk bidt zijn ° i j g toe het heil des Heeren en jubelt hem van zegepraal. t *' daarbij brengt dit lied i n de voorgelezen verzen de tegenstelling p^hen I s r a ë l en het heidendom. ' die teekening behelst rijke profetie. P s . 20 past ook n u nog op D z e

e

0 0

4

0

mee

e

g e h

n

n

e

s

s

1

l n

n

|]

n

e

e

n

e c

n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen