Drie-en-veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 24
XXVI
Schelven, Mr. Heemskerk, Prof. Dr. Van Schelven, Dr. Hepp, Mr. Rutgers en Directeur Bos. Daarna trad Prof. Dr. F. W. G r o s h e i d e op met zijn rede: „De taak van de leden der Vereeniging ten opzichte van |de Universiteit." „Het is in zekeren zin niet aangenaam, aldus spreker, als voor de Vereeniging voor Hooger Onderwijs pp Gereformeerden Grondslag en de Vrije Universiteit, die reeds zoo lang bestaat, nog" op de jaarvergadering onzer Vereeniging moet gesproken worden over de taak dei: leden ten opzichte van de Vrije Universiteit. Maar op allerlei gebied is het thans noodig dingen, die i^eeds vaak zijn sezeigd, ta herhalen. De behandeling van een onderwerp als het onzel kan geschieden op tweeërlei wijze. Men kan het puur financieel doen en men kan meer in het algemeen spreken over de verhouding van ons Gereformeerde volk tot de Vrije Universiteit. Wat het eerste aangaat, moet wel onderscheiden tusschen de Vereeniging voor Hooger Onderwijs, die de Vrije Universiteit heeft gesticht en onderhouden en de Vrije Universiteit zelf. In der Vereeniging hebben de leden alie rechten en er is over te spreken, of nog niet meerdere rechten statutair en reglementair zouden kunnen worden vastgelegd. Ten aanzien van de Vrije Universiteit zal steeds moeten blijven gelden, overeenkomstig het beginsel der Souvereiniteit in eigen kring, dat ze zal zijn een vrije corporatie. De rechten en de taak deir leden van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs gaan daarom ten opzichte van de Vrije Universiteit in die richting, dat ze hebben te zorgen, dat de Vrije Universiteit blijft beantwoorden aan haar doel en dat ze blijft gebonden aan haar grondslag. Daarom schenkt het Huishoudelijk Reglement aan de leden der Vereeniging een onbeperkt recht van enquête. Bezien we de zaak van de andere zijde en vragen we wat is in het algemeen de taak van het Gereformeerde volk ten aanzien van de Vrije Universiteit, dan moet men beginnen wat minder minachtend te spreken van alleen maar geld geven en dan moet men verstaan, dat de belangstelling van een volk, die zich openbaart in gebed en gaven, inderdaad een stuk van beteekems is. Dat is niet alleen negatief, ook positief. Wil men die positieve taak jiitbreiden, dan kan men (desnoods gecombineerd) lid worden en zoo invloed uitoefenen op den gang van zakea, Een groot delel van wat er aan de Vrije Universiteit geschiedt, als het benoemen van hoogleeraren, het bepalen van het onderwijs' etc, zal steeds buiten de bemoeiingen van het volk moeten blijven. Maar van het hoogste belang is het als wenschen en klachten in den ordelijken weg worden aangebracht en behandeld. Dan oefent men ze-er vetel invloed. Er zijn Directeuren, Curatoren en er is een Se:naa,t en die! allen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923
Jaarboeken | 359 Pagina's