Jaarboek 1925 - pagina 74

77

gracht. Er is een tijd geweest, waarin we van deze vei'bouwing meeï lasten ondervonden dan lusten. Tijdens de college's waren menigmaal de gereedschappen der bouwlieden maar al te duidelijk hoorbaar. Doch er kwam na lijden verblijden. En nu de verbouwing afgeloopen is, mogen we met groote dankbaarheid constateeren, dat we heel wat vooruit zijn gegaan. Localiteiten voor colleges en examina staan ons thans ten dienste in eene mate, die ten minste in de tegenwoordige behoefte ruim voorziet. Aan het uiterlijk der localen is een passende zorg besteed. En terwijl de entree vroeger wel wat al te huiselijk was, hebben we nu eene hal, die aan den binnentredende toch wel den indruk geeft van een publiek gebouw. Natuurlijk moest daarbij het een en ander vallen, wat door de jaren eene zekere wijding had verkregen. Ik denk inzonderheid aan het vroegere kantoor van den Heer Van Oversteeg. Het was al eenige jaren geen kantoor meer, maar collegekamer. En nu is heel dat vroegere kantoor een deel geworden van de hal, waar onze studenten in de pauze tusschen de colleges de vragen van den dag bespreken. Intus'schen is hij nog niet vergeten, die op de oude plek zoovele jaren de stoffelijke belangen onzer Hoogeschool heeft behartigd, en die ze altoos bezag met een geestelijk oog. Groot was de schare, die hem kwaim gelukwenschen, toen hij op 1 Februari zijn veertig-jarig jubileum als amanuensis vierde. Talrijk vaaren de redenaars, die hem hulde brachten voor den velen arbeid door hem verricht, — arbeid voor Christelijk Hooger en Lager Onderwijs, voor Kerk en Politiek. En nu, bij het klimmen zijner jaren, bij het afnemen 'zijner krachten, bidden we hem toe, dat zijn levensavond helder verlicht worde door de genade van dien God, dien hij in heel zijn arbeid izooht te dienen. Op het onderwerp „verbouwing" was ik gekomen in verband met het groote aantal studenten, en dan vooral de vele theologen. De vrijere positie van onze Theol. Faculteit tegenover de Hooger-Onderwijis-Wet brengt mede, dat tot hare colleges en examens ook toegang 'kan worden verkregen zonder eenig van staatswege gesanctioneerd diploma. Zij, die zulk een diploma missen, en evenwel theologie willen studeeren, kunnen daartoe een admissie-examen afleggen, zoowel aan de Vrije Universiteit als aan de Theol. School te Kampen. In de laatste jaren is de vraag overwogen, of het geen aanbeveling verdiende, aan beide hoogesdholen het admissie-examen af te schaffen, en alleen hen tot de studie der theologie toe te laten, die met gunstig gevolg eindexamen gymnasium of staatsexamen hebben afgelegd. De Senaat der Vrije Universiteit trad over deze zaak in gedaohtenwiseeling met Hoogleeraren en Curatoren der Theol. School. Laatstgenoemd college heeft nu, in zijn vergadering van 1 Juli, besloten het eigen schoolexamen te handhaven, en over het volgen van een gemeenschappelijke gedragslijn met den Senaat der V. U. in overleg te treden. Waartoe dit overleg leiden zal, is natuurlijk thans nog niet te zeggen. Maar toejuiching verdient in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen