Jaarboek 1927 - pagina 20

27

dat zij voor de Vrije Universiteit slechts heü verwachten, iwanneer vastgehouden wordt aan de aloude Gereformeerde beginselen, en wanneer allen, die aan de Universiteit, in welke functie ook, verbonden zijn, of voor de instandhouding van de Universiteit hebben te zorgen, van de juistheid dezer beginselen ten volle doordrongen zijim.

§ 5. De Jaarvergadering te Rotterdam (30 Juni en 1 Juli 1926). In de groote en drukke koopstad aan de Maas zijn we onder leiding van den heer Golijn bij elkander geweest, om er den „Universiteitsdag" te houden, zooals ons volk de jaarvergadering der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag pleegt te noemen. In groeten getale was men opgekomen, uit alle oorden van. het land, om zijn gelangstelling te toonen in het wel en weê van OQze Hoogesohool, en met minder groot was de belangstelling bij de Rolterdamsche vrienden zelf, die er voor gezorgd hadden, dat de jaarvergadering een gulle en hartelijke ontvangst ten deel viel. Naar gewoonte ging aan de jaarvergadering vooraf Be Bidstond. Evenals in de wetenschappelijke samenkomst en in de ledenvergadering was de opkomst naar den Bidstond zeer groot. Deze werd gehouden in de Nieuwe Westerkerk, Ammanstraat en als voorganger trad op Ds. N. B u f f i n g a, pred. der Geref. Kerk te Rotterdam. De heer S. de' Jong Ezn. secretaris van de Regelingscommissie, -opende het samenzijn, liet zingen Ps. 77 : 7 en las Deut. 32 : 1—14. Hierop ging D&. Buffinga voor in gebed en las als zijn tekst Deut. 2 :11 en 12. Spr. wees er allereerst op, jhoe de laatste drie hoofdstukken van Deuteronomium ons zeggen, wat Mozes op den laatsten dag zyn? levens deed. Als een koning bestijgt hij Nebo's helling; als een priesters heeft hy vooraf zijn volk gezegend, en als een profeet heeft hij daarvoor een Üed gezongen. Zijn zwanen-zang is gesteld in hoog-profetischen trant: verleden, heden en toekomst vloeien voor zijn zienersblik ineen. In den gekozen tekst geeft hij onder een beeld van den adelaar en zijn jongen de verhouding weer tusschen Jehova en Zijn volk. De adelaar, toning van het gevederde rijk, bouwt zijn nest op de ontoegankelijke rotsspitsen der hoogste bergen. Daar verzorgt 't ouderpaar met volle toewijding en trouw zijn jongen, de eenling of het tweetal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen