GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1934 - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1934 - pagina 30

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

28

§ 5.

Openingsrede van den heer J. J. C. van Dijk.

Waar Direcveuren van onze Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag mij de eervolle taak hebben opgedragen deze 53ste Jaarvergadering te leiden, is het mij een voorrecht U allen namens Directeuren hier een hartelijk welkom toe te roepen. Aangezien in den loop van dezen dag een 4-tal redevoeringen Uw aandacht zullen vragen, die in verschillend opzicht de beteekenis der Vrije Universiteit zullen belichten en ook de roeping van ons Gereformeerde volk ten opzichte van die Universiteit, verwacht ge van mij slechts een eenvoudig openingswoord. Alvorens dat uit te spreken, wensch ik een oogenblik Uwe gedachten te bepalen bij het ernstig verlies dat in den kring van de warme voorstanders van ons Hooger Onderwijs op Geref. grondslag werd geleden door het overlijden — enkele maanden geleden — van den OudDirecteur Ir. Joh. Krap. De Heer Krap heeft gedurende 22 jaren met onbezweken trouw zijne plaats in het College van Directeuren ingenomen en zijne gaven en krachten geschonken aan dien arbeid, die hem lief was. In groote bescheidenheid wilde hij „dienen"; wilde hij medearbeiden, opdat 's Heeren Naam zou worden groot gemaakt, ook op het terrein der wetenschap. God nam dezen stillen werker van ons. Wij danken Hem, dat Hij dit leven heeft willen dienstbaar stellen voor velerlei arbeid in Zijn Koninkrijk en in 't bijzonder voor hetgeen ons voor onze Vereeniging in dezen trouwen dienstknecht werd geschonken. Zijn nagedachtenis zal bij ons in dankbare herinnering blijven. Het zal U niet bevreemden, dat ik, bij het overdenken van hetgeen mijn openingswoord zou moeten bevatten, mij aanstonds geplaatst zag voor de vraag, welke beteekenis de verwarringen, de spanningen en de nooden van dezen tijd hebben voor onze Vereeniging en hare Stichting de Vrije Universiteit. Natuurlijk niet alsof ik de bedoeling zou hebben of ook maar in staat zou zijn, die beteekenis breed te ontvouwen, maar alleen om een paar gedachten — trouwens geenszins nieuwe — naar voren te brengen. Hetgeen onzen tijd beweegt op geestelijk en stoffelijk gebied, betreft nagenoeg alle levensterreinen en dan komt allereerst de vraag op of een Universiteit — en met name onze Gereformeerde Universiteit •—• in dezen tijd niet een bijzondere taak heeft te vervullen. En om daarop een antwoord te kunnen geven moet weer voor de aandacht worden teruggeroepen welke plaats een stichting der wetenschap, welke den naam van Universiteit wil dragen, in het algemeen heeft in te nemen en welke invloed van haar uitgaat op het leven van het volk. Anders dan een hoogere vakschool heeft de Universiteit een vrijwel onbeperkt terrein tot haar arbeidsveld; zij heeft tot taak door te dringen in de kennis van geheel de schepping, voor zoover dat voor ons

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Jaarboeken | 182 Pagina's

Jaarboek 1934 - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Jaarboeken | 182 Pagina's