Jaarboek 1972-1973 - pagina 34

op naleving, echter niet minder op verbetering. Zij veronachtzaamde dat in de Academische Raad delegaties van instellingen met tegenstrijdige belangen zouden zitting nemen, die dreigden te zeer op de achterban met verwaarlozing van het vrije beraad terug te vallen. Zij stelde de vrijheid van onderzoek niet buiten iedere twijfel en van meer dan een zijde werd daarom een grondwettelijke verankering van dit recht gevraagd. Zij schiep geledingen van wie niet alle in dezelfde mate medewerking aan het bestuur kan worden verlangd. Zouden studenten in hoofdzaak willen studeren - aan een universiteit is alles mogelijk en verder hun vrije tijd aan ontspanning wensen te besteden, dan is dit hun goed recht. Of de getalsverhoudingen juist werden bepaald is opnieuw dubieus en een gevaar voor ongewenste of zelfs tegen de borst stuitende combines krijgt beslist realiteit. Ook riep de wet een veelheid van instanties in het leven, die geestelijk gemakzuchtige naturen de kans tot een vlucht in het eindeloos vergaderen boden onder het mom van een uiterst bezet leven te leiden. Zij gunde de stem van onderwijs en onderzoek ongenoegzame kracht, het college van decanen te weinig bevoegdheid toekennend en in het algemeen niet voldoende doordrongen van de waarheid hoe het meest wezenlijke dat een universiteit tot universiteit maakt, verricht wordt hetzij in individuele, hetzij in gezamenlijke maar dan toch altijd wetenschappelijke arbeid: bestuur, economie, administratie, hebben enkel een ondersteunende taak. Dit doet aan de betekenis van zulk een positie niet af. Vorsten noemen zich altijd en politici als zij vast in het zadel zitten, de eerste dienaren van de staat. Heel wat knopen moeten er doorgehakt. Universiteiten en hogescholen zullen lang niet in alle studierichtingen ieder tot wetenschappelijke zelfstandigheid kunnen brengen. Of men het onderricht spoedig in verscheiden banen uiteenbuigt, dan wel na een in vier jaar te behalen doctoraal examen de gelegenheid tot verdiepte studie opent, is niet essentieel, want gevarieerde oplossingen zijn mogelijk, waaronder een vierjarige werkelijk verantwoorde wetenschappelijke opleiding. Wel vormt een kernpunt dat ruiterlijk kleur wordt bekend. In verband met de democratisering en het gelijkheidsstreven durven velen niet uit te spreken dat men in genen dele ieder tot wetenschappelijke rijpheid kan brengen, dat er niet enkel wegens gebrek aan belangstelling voor dieper borende studie, maar ook tengevolge van tekort aan talent met een oude opzet, die uitgaat van de niet in de feiten wortelende veronderstelling dat alle uilen valken waren, moet worden gebroken. Dit neemt niet weg dat ook het eenvoudiger, meer op de practijk gerichte of het meer wegwijs makende academische onderricht nog wel wetenschappelijk verantwoord zal hebben te zijn. 32

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen