Jaarboek 1974-1975 - pagina 33

Ik volsta hier met deze sobere mededeling. De beslissing van Potchefstroom om de uitnodiging aan de VU in te trekken heeft ons geschokt. Het verhindert ons niet de wens uit te spreken dat de conferentie slaagt, en tot verduidelijking van de standpunten leidt. De doelstelling van de Vrije Universiteit. Verdere bezinning op het functioneren van onze doelstelling - het in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus dienen van God en Zijn wereld heeft ook in het afgelopen jaar plaats gehad. In die doelstelling, laat dat maar weer eens gezegd zijn, gaat het primair om „het gericht zijn op", om een „intentie"; het pretentieuze staat bij ons niet op de voorgrond. Wij willen wel ronduit toegeven - maar niet goedpraten - dat het bijzondere karakter van de VU niet altijd in onze dagelijkse praktijk is terug te vinden; we zijn maar gewone mensen. Maar voor degenen die er oog voor willen hebben is de doelstelling herkenbaar, herkenbaar in de impulsen die er van uit gaan, in de omgang met elkaar, en in de resultaten van ons werk. Een jaar of vijftien geleden heb ik mij - samen met anderen - intensief beziggehouden met het functioneren van de wetenschappelijke onderzoeker. Bij dat onderzoek kwamen vv'e langs verschillende wegen steeds weer de overeenkomst tegen die er bestaat tussen de wetenschapper en de kunstenaar. Beiden zijn vormend en scheppend bezig, beiden hebben inventiviteit, fantasie en verbeeldingskracht nodig. Nu las ik laatst een uitspraak van Rijnsdorp over de vraag: „Moet de kunst een boodschap bevatten?" Hij zegt dan dat de blijvende betekenis van de kunstenaar niet wordt bepaald door zijn boodschap, maar door het formaat van zijn persoonlijkheid; en dat bovendien elk kunstwerk een bepaalde levensstijl, een bepaalde levensopvatting en dus een boodschap verraadt. Is het met de wetenschapper niet net zo gesteld? De blijvende betekenis van zijn wetenschappelijk werk wordt niet bepaald door zijn boodschap, maar door het formaat van zijn persoonlijkheid. En het werk dat de VU aflevert, of het nu bestaat in de vorming van studenten of in het presenteren van onderzoek: het zal alles de boodschap verraden die de docenten en de medewerkers in zich hebben. En hoe beter de docent zich dat bewust is, des te duidelijker zal de boodschap overkomen. Voor het vormgeven aan de doelstelling en voor het inhoud geven aan de instemming ermee zijn gesprekken nodig, ook in groepsverband. 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen