Jaarboek 1975-1976 - pagina 46

een rijkswetenschapsplan ligt het moeilijker, en dat reeds aanstonds omdat er ook bijzondere universiteiten zijn, die uit hoofde van de vrijheid van onderwijs en de rechtsgelijkheid hun partij moeten kunnen meeblazen. Bij de wegen is er verder wel zoveel vastheid, dat men wetend van waarschijnlijke bevolkingssterkte en verkeersdichtheid zonder groot risico een net van verbindingen in kaart kan brengen. De geleerde H. Maier Leibnitz zei daarentegen: „Ich selbst bin aber ein groszer Anhanger der Methode etwas zu suchen und etwas anderes zu finden". Het lijkt mij enig, niet steeds lukkend, echter in ieder geval geschikt de hachelijkheid te illustreren van een èn noodzakelijk, èn tevens goeddeels gissend op papier zetten van het toekomstig bestek der wetenschap, voor zover universiteiten en hogescholen daarbij betrokken zijn. Hoe onzeker het met de wetenschapsvoorzieningen zelf gesteld is, kan blijken uit het feit dat enkele eeuwen terug het betreden van andere planeten, toen de mogelijkheid werd geopperd voor utopie doorging, dat 25 jaar geleden slechts weinigen aan de realisering geloofden, en dat toch voor enkele jaren de maan werd betreden. Nog even doorgaand op in wetenschappelijke plannen te verwerken gegevens, het is mogelijk dat in het jaar 2000 een kunsthart even gewoon zal zijn als een kunstgebit, welk vooruitzicht de kalmte onder hen, die zich heden met dit kwetsbare, het temperament sterk beïnvloedende orgaan bemoeien, wellicht vergroot, maar zeker tot bevordering van de cardiologie noopt. De uitbreiding van alle onderwijs en de beperking van studentenaantallen zal veel hoofdbrekens kosten aan plannenmakers, die met hedendaagse deskundigen ramen dat in het jaar 3700 bij zich voortzettende gelijkmatige groei der wereldbevolking, het totale gewicht der alsdan geboren babies gelijk zal zijn aan dat van de gehele aarde. Dat het hier een zoeken en tasten is, kan duidelijk zijn. Rutherford, zichzelf soms vergissend, wist, dat niemand verder dan een halve duim voorbij zijn eigen neus kon zien. Ook waar de gewisheid ruimer lijkt moet iemand voorzichtig blijven. Vestigt zich de overtuiging dat aan een nieuwe faculteit of — omvangrijker — aan een nieuwe universiteit behoefte gaat heersen: er wordt voor een honderd jaar gebouwd. De benoemingen hebben een 15 tot 20 jaar lang hun gevolgen. Maar er wordt telkens slechts vier jaar door een kabinet geregeerd — in bepaalde omstandigheden een gelukkige zaak — en er is een éénjarige begroting. Als nu verder bedacht wordt dat geboortegolven zich waarneembaar voortbewegen, dat over de vraag naar een bepaalde studie, èn in verband met spontane belangstelling èn in verband met de arbeidsmarkt weinig te voorspellen valt, dan werd daarmede reeds duidelijk in het licht gesteld dat een plan van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek dobbert. 44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen