Jaarboek 1978-1979 - pagina 20

studenten onderling en tot een wetenschappelijke bezinning op het karakter van christelijke wetenschapsbeoefening en hoger onderwijs". Deze C.C.S.-VU organiseert informele ontmoetingen tussen studenten en docenten en belegt in verschillende faculteiten bijeenkomsten en studiedagen over vragen van wetenschap en geloof. MEERJARENAFSPRAKEN

In september 1978 heeft de Vrije Universiteit, evenals de meeste andere instellingen voor wetenschappelijk onderwijs in Nederland, een meerjarenafspraak gemaakt met de minister van Onderwijs en Wetenschappen. Deze afspraken zijn verbonden met de personeelsbegrotingen voor de instellingen in de Rijksbegroting 1979 en in het Algemeen Financieel Schema 19801983. Het is de bedoeling dat dergelijke afspraken in de komende weken weer tot stand worden gebracht met het oog op de jaren 1980-1984. In deze afspraken wordt een geplande toewijzing van het personeelsbudget gekoppeld aan een geplande onderwijscapaciteit van de instelling, uitgedrukt in aantallen op te nemen studenten, alsmede een minimum aantal 'mensjaren' wetenschappelijk personeel dat aan onderzoek besteed zal worden. Het beleid voor de planperiode volgens deze afspraken is: 'nullijn' voor de middelentoewijzing, groei van studentenaantallen, handhaving van het onderzoekvolume, en dus beperking van de onderwijsprogramma's. De afstemming tussen middelentoewijzing en taakstelling richt zich vooral op het wetenschappelijk personeel en op onderwijs en onderzoek. Andere taken en de sector technisch-administratief personeel moeten nog geëxploreerd worden. Buiten de meerjarenafspraken vallen de „Overige Lasten" (het exploitatiebudget voor niet-personele uitgaven) en de investeringen. Beleid en afspraken op meerjarenbasis bevatten dus nog slechts een partiële planning voor het wetenschappelijk onderwijs. De meerjarenafspraken zijn een resultaat van het planningoverleg tussen minister en instellingen in het Planning Overleg Orgaan (P.O.O.), volgens de regeringsnota „Planning van het Hoger Onderwijs" van mei 1975, behandeld in de Tweede Kamer in 1976. Het verdient de aandacht dat deze structuur — nog — geen grondslag heeft in de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs en dat door de introductie en werkwijze van het planningoverleg in feite de artikelen 97 en 102 van deze wet, betreffende begrotingen en ontwikkelingsplannen, goeddeels buiten werking zijn gesteld. Dit houdt uiteraard ook verband met de uitgavenbeperking die nu reeds bijna een decennium i8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen