Jaarboek 1988-1989 - pagina 57

Hieraan is weinig meer toe te voegen. U ziet dat wiskundigen elkaar aardig te lijf kunnen gaan, waarbij slagen onder de gordel bepaald niet worden gemeden. Ter bevrediging van mogelijke nieuwsgierigheid wil ik slechts vermelden, dat ik mezelf tot de frekwentistische school reken (zoals kenners reeds lang zullen hebben opgemerkt). In het voorgaande heb ik een aantal ontwikkelingen in de statistiek geschetst en u laten zien, dat het vak nog volop in beweging is, waarbij de wiskunde een grote rol speelt. De vaak ernstige meningsverschillen in de statistische wereld hebben vooral betrekking op de modelbouw. De verschillen van opvatting zijn hier groter dan in de natuurwetenschappen waar in principe konklusies eveneens worden getrokken door eerst theoretische modellen van de werkelijkheid te ontwerpen. Maar al wijzen bovenstaande citaten daar misschien niet op, het gezonde verstand blijft toch voor alle statistici door de tijden heen de belangrijkste leidraad voor praktische toepassing (misschien dat studenten statistiek daarom vaak zo moeilijk vinden?). Ten bewijze daarvan eindig ik graag met een tweetal voorbeelden, die tevens illustreren dat een gezegde van Disraeli, "there are three kinds of lies: lies, damned lies and statistics", niet geheel uit de lucht gegrepen is. In 1973 meldden zich bij de graduate school van de Universiteit van Californië in Berkeley 8442 mannelijke en 4321 vrouwelijk studenten. Van de mannen werd 44%, van de vrouwen 35% toegelaten. Er was géén aanwijzing, dat de vrouwen slechter waren gekwalificeerd dan de mannen. Wijst dit op discriminatie? Toelating geschiedt per studierichting. Merkwaardig genoeg leek per studierichting afzonderlijk geen sprake te zijn van discriminatie! Hoe is dat verklaarbaar? De cijfers met betrekking tot zes grote studierichtingen (die representatief zijn) staan vermeld in onderstaande tabel. Studie Mannen rich# aan% toeting meldingen gelaten A B C D E F

825 560 325 417 191 373

62 63 37 33 28 6

Vrouwen # aan% toemeldingen gelaten 108 25 593 375 393 341

82 68 34 35 24 7

Tabel 2. Toelatingscijfers tot graduate school in Berkeley. Vergelijking van de toelatingspercentages wijst inderdaad niet op discriminate van vrouwen (bij A zijn mannen veeleer in het nadeel). Echter, bij studierichtingen met lage toelatingspercentages voor beide seksen meldden zich relatief veel vrouwen, bij richtingen met hoge toelatingspercentages juist relatief veel mannen. Daarom werden relatief veel meer vrouwen afgewezen dan mannen. 55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen