GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 20

Bekijk het origineel

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 20

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

16 „Zonder geloof," zegt Hugo de Groot „valt de geschiedenis, valt de natuur- en geneeskunde, is geen omgang tusschen ouders en kinderen mogelijk" — en wij voegen er bij: „en geen wetenschappelijke en maatschappelijke samenleving." — Pechner schrijft: „In das Meiste was Wissen heisst, geht die Glaube doch bedingungweise ein, insofern das Wissen dabei sich auf die Voraussetzung von etwas Geglaubten stützt. So setzt all unser historisches Wissen die Glauben an die Glaubwürdigkeit der Quellen, unsere ganze Erfahrungswissenschaft den Glauben, dass Andere recht gesehen, und nur das, was sie recht gesehen, gesagt haben, unsere ganze Psychologie, soweit sie nicht bloss die eines einziges Individuums ist, den Glauben an anderer Menschen Seele voraus. Und was bliebe von aller unserer Wissenschaft, wenn aller dieser Glaube fiele? Also mag auch der Mann des Wissens den Glaube nicht so sehr verachten, an allem seinem Wissen hat etwas Glaube Antheil; entziehe ihm denselben und das Wissen selbst verfiillt." (Fechner, Die drei Motiven und Gründe des Glaubens 1863 S. 8). Wij hebben reeds gezegd dat wij gelooven dat onze psycho-physiologische organen goed zijn, volkomen in hunne function te vertrouwen en dat zij ons zekerheid verschaffen. Wij gelooven d i t . . . . op grond van Gods Woord, dat ons zegt, dat God den mensch geschapen heeft, en dat Hij „hem schiep naar Zijn beeld en naar Zijne gelijkenis," m. a. w. dat de mensch Goddelijke eigenschappen heeft ontvangen: een waarnemingsorgaan, dat aan de eigenschappen der objecten aangepast is, zoodat het deze kan kennen, zooals zij zijn — een psyche die in staat is die onbegrijpelijke bewonderingswaardige functies te verrichten, die aan iets Goddelijks doen denken — een orgaan dat door niemand anders kan geformeerd zijn dan door een oneindig Verstand, dat het de eigenschappen toebedeelde, die het zelf bezit — tevens volkomen vertrouwbaar, zoodat het den mensch bij de schepping niet bedrogen heeft, door hem bedriegelijke zintuigen en waarnemings- en denkorganen mede te geven. Onze God is waarachtig en heihg. Ik heb mij bepaald tot de beschrijving van het ontstaan en van de werking van het geloof, gelijk dit in de eerste alinea van artikel 21 van den Heidelberger Catechismus zoo juist is gedefinieerd: „Een waar geloof is niet alleen een zeker weten of eene zekere kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houde, dat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft" en waag mij niet aan eene verklaring van de tweede alinea: „maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's