1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 130

116 gemacht hat. Er hat dann meiat nicht zu der Vorstellung geführt, dass die Organismen selbst mit einem solchen, dem menschlichen ahnlichen aber ihm vielfach überlegenen Geist ausgestattet sind. Hiergegen spricht die unzweifelhafte Dummheit der Organismen gegenüber neuen und ungewöhnlichen Verhaltnissen, wie sie namentlich durch das Eingreifen des Menschen hergestellt werden. Sondern man hat vielmehr die Annahme gemacht, die Organismen seien dureh eine höhere aber menschenhanliche Intelligenz hergestellt worden, wie der Menseh seine Gerathe und Maschinen herstellt. Eine solche Annahme war auch für den Menschen selbst zu machen ,da sich auch in dessen Körper zahlreiche zweckmassige Einrichtungen befinden, deren nahere Beschaffenheit der einzelne Menseh, der sie benutzt, meist gar nicht kennt, und die sich demnach vollkommen zweckentsprechend bethatigen". Talrijk zijn de pogingen om het begrip doelmatig te bannen. Ostwald's „energie-theorie", reeds in vorige pagina's bestreden, is er een van. 't Zelfde bezwaar van Ostwald tegen de teleologie, doch in meer concreten vorm, wordt door L. Lewin ter sprake gebracht. In zijn referaat i) gaat Lewin na wat er gebeurt met de stoffen, die van nature aan het lichaam vreemd zijn; de alcaloïden worden geheel geoxydeerd. Chinine, cocaine, atropine, grootendeels, andere oxydeeren en reduceeren, b.v. ferrocyankali en xanthogeen. Inzonderheid wijst hij op 't vermogen van 't organisme tot synthese b.v. van zuren met intermediaire producten der stofwisseling, b.v. glyeuronzwavelzuur. 't Hoe is ten deele bekend, doch waarom! waartoe? ,Es giebt Erörterungen darüber: es zei ein Zweck bei dieser Umwandlung: der Organismus entgiftet. Diese Theorie, in Bezug auf die Synthese haufig betont, setzt voraus, dass der Körper dabei ein Zweckmassigkeits-Bestreben hat. Nun kann man in jeder Beziehung sagen, dass der Körper zweckmassig arbeitet. Aber man ist ausser Stande, zu sagen dass eine Paarung eines Faülnisproducts mit Schwefelsaure zweckmassig ist; so lange ist der Vorgang zweckmassig, wie man in der Lage ist, zu zeigen dass ein Theil derCar1) Das Scbicksal Korperfremder chemischer Stoffe im Menschen. Allgemeine medicinische Central-Zeitung, 1906 pag. 73.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen