GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 160

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

140

H. J. VEENENDAAL

komt door ervaring, verrijkt door geduldig, nauwkeurig en gericht onderzoek. Handelend over de pistis, merkt hij op, dat deze functie wordt misbruikt, wanneer men daardoor een vaste overtuiging meent te bezitten, terwijl de langere weg van waarneming en bewijsvoering mogelijk is. Voor het geloof is slechts plaats, waar bewijsvoering uitgesloten is. (9) Daarom is het noodzakelijk, dat de Christenheid de natuurwetenschap beoefent. Men zou uit het voorgaande gemakkelijk de conclusie kunnen trekken, dat Kuyper een typische empirist was. Toch is eer het tegendeel waar. Uit vele van zijn publicaties blijkt duidelijk dat hij het experiment en de waarneming in de natuurwetenschap wel als noodzakelijk erkende, doch dat hij de eigenlijke wetenschap wilde doen opgaan in de deductie. In overeenstemming hiermede is de gaarne door hem gebruikte onderscheiding tussen hogere en lagere wetenschappen, die hij afwisselend gebruikt met die andere weinig gelukkige tweedeling : geestelijke wetenschappen en natuurwetenschappen. Letterlijk leert hij zijn studenten: „Maar hoe gewichtig ook de ontdekking en het leeren behandelen van natuurkrachten zij, alle d a a r a a n gewijde studie levert toch nooit anders dan het lage sousterrein der wetenschap, en tot haar hoogere verdiepingen klimt ge eerst op, als ge indringt in de geestelijke wetenschap van het onzichtbare menschenleven, en in de verhouding van het menschelijke leven zoo tot de wet die het volgt, als tot de mystieke eenheidsmacht die het worden en verworden liet en het aanstuurt op zijn doel." (10) In verband hiermede is het begrijpelijk, dat hij aan de waarneming, hoe belangrijk deze ook is op elk gebied waar ervaring beslist, het wetenschappelijk karakter ontzegt. Er is geen principieel verschil tussen het tellen van zijns vaders zwart- en roodbonte koeien door een boerenjongen, en de waarnemingen van een microbioloog met behulp van een microscoop, want: „Een oude van dagen kan met het bloote oog de letters niet meer onderscheiden en koopt een bril, maar wie zal nu zeggen, dat hij een daad van wetenschap volbrengt, enkel omdat hij thans met hulp van die bril leest, wat hij eerst las zonder bril." (11) In plaats van vast te stellen, dat men een bepaald complex van handelingen (waarnemen en denken) op wetenschappelijke en op niet-wetenschappelijke wijze kan verrichten, gaat hij in het complex een scheiding maken tussen datgene wat wetenschappelijk is en hetgeen niet door die naam gesierd mag worden. Zeer in het kort kan men zijn mening als volgt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 160

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's