GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 40

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

32

C. P. KOENE

toond, dat deze ringen ontstaan zijn door de inwerking van minieme hoeveelheden in het materiaal ingesloten radioactieve stoffen. De uitgezonden a-deeltjes doen het materiaal verkleuren. Omdat de a-deeltjes verschillende dracht hebben komen er ringen met verschillende stralen. Rutherford en Joly konden deze ringen experimenteel doen ontstaan door inwerking van sterke a-stralers in mika. Men kon hieruit een regel vinden voor het verband tussen de stralen van de ringen, de dichtheid en het moleculairgewicht van het materiaal en de dracht van de a-deeltjes. Op deze manier kon men in vloeispaath van Wolsendorf met grote nauwkeurigheid alle a-stralers van de Uraniumreeks herkennen. Deze ringen nu hebben tot drie belangrijke conclusies geleid: 1. Ze geven weer een mogelijkheid tot ouderdomsschatting. De kleur van de ringen bleek afhankelijk te zijn van het gebruikte aantal a:-deeltjes. Het bleek mogelijk te zijn experimenteel een soort kleurenschaal vast te leggen, waaruit het aantal gebruikte a-deeltjes was af te leiden. Door vergelijking met de gevonden mineralen was daarvan dan de ouderdom ongeveer te berekenen. Hierbij moet men natuurlijk een schatting doen over de hoeveelheid radioactieve stof, die in het midden van de ring aanwezig geweest is. Met behulp van de afmeting van het binnenste ringetje en het gehalte aan radioactieve stoffen in de ertsen in de buurt maakt men deze schatting. Dan blijkt deze methode, zoals te verwachten was, zeer onnauwkeurig te zijn. Maar de gevonden grootteorde voor de ouderdom is weer dezelfde als die men op de andere manieren vindt. 2. Men heeft experimenteel vastgesteld, dat de ringen niet bestand zijn tegen verhitting boven een temperatuur van ca 300 C. Het feit dat de ringen nog gevonden worden wijst er op, dat in de laatste millioenen jaren de temperatuur van de aarde als geheel niet boven een zekere waarde gestegen is. In gesteenten, die betrekkelijk kort geleden nog door hitte vloeibaar waren, worden deze ringen niet gevonden. 3. Op de derde conclusie heb ik al enige keren gewezen. Er is een samenhang tussen de dracht van de a-deeltjes en de halveringstijd van de radioactieve elementen (wet van Geiger en Nuttal). De scherpe ringen wijzen op constantheid van de dracht. Hieruit volgt constantheid van de halveringstijden. En dit is m.i. een sterk argument ten gunste van de onderstellingen, waarop de hele physische ouderiomsbepaĆ¼ng gebaseerd is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's