GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1957 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 200

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET DYNAMISCHE ELEMENT IN DE ZOOGEOGRAPHIE

163

spreide populaties als één soort beschouwd. Anderen hebben getracht allerlei onderverdelingen te maken. De zeer donkere, geelpotige kleine mantelmeeuw van Skandinavië wordt naar het Oosten lichter van kleur en zet zich geographisch via Noord-Siberië naar het Zuiden geleidelijk voort in nog lichtere Midden-Aziatische populaties, die op hun beurt een volledige keten van populaties vormen van het Aralo-Kaspische gebied naar de Zwarte Zee en de Middellandse Zee en vandaar door de Straat van Gibraltar naar de Canarische eilanden en de Azoren. Deze laatste populaties zijn weer iets donkerder geworden en sluiten naar het Noorden aan de nog weer iets donkerder Britse populaties aan. Op hun beurt gaan deze laatste via Denemarken geleidelijk over in de zeer donkere Skandinavische vogels, die ons uitgangspunt waren. Op deze wijze kan de gesloten keten van geographische vormen worden beschreven; zij vormen één voortplantingsgemeenschap, dat wil zeggen één soort. Deze soort vertoont een grote geographische variatie in mantelkleur; de poten zijn overal geel. Hij wordt geelpootzilvermeeuw of kleine mantelmeeuw genoemd. Vanuit het Zwarte Zee-gebied heeft zich één van de Aziatische binnenland-populaties door het Russische laagland naar het NoordWesten uitgebreid : een populatie van geelpootzilvermeeuwen broedt thans in de Baltische landen en in de veengebieden in het binnenland (niet aan de kusten) van Finland. In Finland vindt geographisch overlap plaats met de donkere kleine mantelmeeuw, zonder dat vermenging optreedt. Terwijl er dus in de volgorde van de hierboven beschreven keten geen voortplantingsbelemmeringen optreden, blijkt dit wel het geval te zijn bij het tot stand komen van de geograpliische „kortsluiting" van de donkerste met de lichtst gekleurde vormen. Het verschijnsel kan aldus worden geformuleerd : in Finland gedragen de geelpootzilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw zich als soortverscheiden. Met deze formulering wordt uitdrukking gegeven aan het door plaats bepaalde karakter van de soort. De zilvermeeuw is de oostelijkste uitloper van de keten van aan zeekusten levende meeuwen, die wij boven bij de kleine mantelmeeuw begonnen, maar bij zijn aftakking naar Midden-Azië uit het oog verloren. In Noord-Oost-Siberië hebben deze meeuwen een intermediaire mantelkleur en vleeskleurige poten gekregen via een zone van volledige voortplantingsgemeenschap. Deze keten zet zich »ver de Beringstraat voort tot in Arctisch Noord-Amerika en bereikt zijn lichtste eindpunt in Groenland (kleine burgemeester}. In het gematigde gebied

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 349 Pagina's

1957 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 200

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 349 Pagina's