1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 175

De Betekenis van de Industrie voor de Natuurwetenschap

139

bezigheid beschouwde, in vergelijking tot zijn natuurfüosofische en mathematische beschouwingen. Toch valt het moeilijk aan te nemen, dat uit de problemen die hij bij deze praktische handenarbeid ontmoette, geen stimulansen voortkwamen voor zijn theoretische denkarbeid. Trouwens het bekende, al of niet ware, verhaal omtrent de wijze waarop het denkbeeld van dichtheid of soortelijk gewicht hem duidelijk werd, naar aanleiding van de opgave om de echtheid van de gouden kroon van de tyran Hiero van Syracuse vast te stellen, erkent in elk geval de mogelijkheid van zulk een stimulans. En wat de scheikunde betreft, al werd de alchemie als een filosofisch-religieuse mystieke kunst beoefend, zij sluit in haar oorsprong toch aan bij de metallurgische ambachten en maakte mede gebruik van de stoffen, die in de kleurstoffen- en glasindustrie bekend waren, terwijl zij in later tijd haar stimulans in hoge mate ontleende aan de hoop het goud, als waardevol gebruiksgoed op goedkope wijze te kunnen produceren. Niettemin bleef onder het overheersend gezag van de Aristotelische natuurfilosofie, die geringschatting van de „artes mechanicae" eeuwenlang standhouden. Aan de Middeleeuwse Universiteiten was dan ook slechts plaats voor het onderwijs in de kundigheden, die een vrij man betaamden, de „artes liberales". Deze waren verdeeld over een voorbereidend drietal, het trivium, dat grammatica, rethorica en dialectica omvatte en een daarbij aansluitend viertal, de arithmetica, de geometria, astronomia en musica. Hierop kon dan, zij het niet aan alle universiteiten, de studie in de medicijnen als een voortgezette studie volgen en het was slechts in het kader van het medische curriculum, dat natuurkunde, scheikunde en biologie werden onderwezen. Dat de chirurgie als zijnde een handwerk van gelijke orde als dat der barbiers, in dit curriculum niet was opgenomen, is wel typerend voor de hoogte van het voetstuk waarop de academische wetenschap zich tegenover de praktijk geplaatst achtte. Dat onder zodanige omstandigheden van een vruchtbare wisselwerking tussen industrie en wetenschappen nauwelijks sprake kon zijn is wel duidelijk. Ondertussen won, onder invloed van de ontwikkeling der sociale, economische en politieke verhoudingen de voortbrenging van stoffen en goederen voor de samenleving steeds meer aan betekenis. In het bijzonder met het oog op de oorlogsvoering verkreeg zij de bijzondere belangstelling der vorsten. Ook won zij, mede door de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen