GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 115

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE MENS ALS EMBRYO: ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN

91

gaat bij de geboorte als een sleutel op het slot van de Umwelt passen en functioneren. De mens gaat leren functioneren, is „weltoffen", open voor de wereld. Deze openheid wordt uitgedrukt in het feit dat de mens reeds in zijn embryonale periode in de wereld wordt geplaatst, om in een periode langer dan die in utero matris, zich een verhouding tot deze wereld te scheppen en aan te leren. Het meest belangrijke deel van zijn wereld is zijn medemens. In zijn menswording, in zijn embryologie heeft hij zijn medemens nodig. Dat is anthropologie van het begin. Om te kunnen leren, moet het gehele perceptie-apparaat van de mens volledig ontwikkeld zijn, evenals het voedings-apparaat. In dit opzicht moet de mens bij zijn geboorte dus volgroeid zijn. Het centrale zenuwstelsel heeft dan zijn organisatie nog niet voltooid, wel echter de mogelijkheid daartoe, de histologische differentiatie. Verschillende systemen uit de menselijke physiologic schijnen dus hun eigen tempo te bezitten in de embryonale ontwikkeling. In dit eigen tempo vindt dus weer „openbaring" plaats. Dit eigen tempo van b.v. het voedingssysteem van de mens, vindt reeds zijn aanvang in de eerste dagen van de embryonale ontwikkeling van de mens. Wij bespraken reeds, hoe de vergelijkende embryologie voor het typische van de mens geen oog kan hebben, doordat zij analogie en homologie tussen mens en dier te ver doorvoerde. Zo ging men er toe over de lacunes in de morphologic van de eerste ontwikkeling van de mens aan te vullen met wat men aan de macacus rhesus ontleende. Bij nadere bestudering van de bekende menselijke ontwikkelingsstadia bleek echter, dat het binnenste kiemblad van de mens reeds op de zevende dag na de bevruchting is aangelegd. Bij de macacus rhesus is onderscheiding van het binnenste kiemblad pas veertien dagen na de bevruchting mogelijk. De mens bleek zich dus zeer duidelijk van de macacus te onderscheiden. Ook het ontstaan van de dooierzak, de eerste voedingsbron van het embryo, verloopt bij de mens op geheel andere wijze als bij de macacus (Hommes 1957). Wij moeten dit alles in verband brengen met de snelle ontwikkeling van het voedingssysteem, dat immers relatief volgroeid moet zijn. Of en in hoeverre dit tempo en deze typische weg ook voor de ontwikkeling van de menselijke zintuigen geldt, is mij niet bekend. Ongetwijfeld is echter in de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel de vroege en snelle ontwikkeling van oogbeker en oorblaasje markant.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 115

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's