GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 120

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

90

P. G. SMELIK

trouw mogen herkennen, waarin wij ook onze wetenschappelijke taak mogen verrichten bij de gratie van de goede en vaste orde die Hij gesteld heeft? Zonder die goedheid van de schepping waren we hier niet bijeen geweest. Maar diezelfde boodschap van de goede schepping is tegelijkertijd ook een felle aanklacht; ze roept ons toe: Ik heb alles op zijn tijd goed en schoon gemaakt; wat hebt gij, o mens, ervan gemaakt? Ze brengt ons voortdurend onze schuld in herinnering, en dringt ons tot deemoed, ook, ja juist, ook wanneer de vragen in ons opkomen. We mogen ons bezinnen, ook tobben over het probleem van het kwaad en het lijden, mits we in deze deemoedige houding blijven staan, of liever knielen. Moeten wij ons dan wagen aan een theodicee? Moeten wij soms God rechtvaardigen, wanneer wij moeten leven van Zijn genade die ons wil rechtvaardigen? Wat zullen wij Hem antwoorden, die ons vraagt; „Wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken?" Zal het geboetseerde soms tot zijn boetseerder zeggen: waarom hebt gij mij zo gemaakt? Zullen wij zo geborneerd zijn om alleen die schepping goed te vinden die beantwoordt aan onze beperkte en burgerlijke ideeën omtrent een paradijs, dat we zwaar romantiserend inleggen met rozegeur en maneschijn, en waarin we ons verlangen naar ongestoorde harmonie en gezapige rust projecteren? „Mijn Vader werkt, en Ik ook", zei Christus, en geen mens zal zeggen hoe hard God werkte en werkt op Zijn schepping i). *) God maakte alles goed. Dat betekent: de schepping beantwoordde geheel aan Zijn wil. Naar die souvereine wü voegen wij ons, en dan geldt het bekende woord van Kuyper: „Niet onze stijl zullen we den Oppersten Bouwmeester van het heelal opdringen . . . . " 2). Ondertussen - waar liggen eigenlijk precies onze problemen? Ze komen voornamelijk voort uit de ingrijpende wijziging in ons wereldbeeld. Ik kan onmogelijk nader ingaan op de vraag hoe die wijziging zich heeft voltrokken. Laat ik het enigszings simplistisch zo mogen aanduiden. Zo lang de traditionele voorstelling omtrent de aanvang van de wereldgeschiedenis kon inhouden dat de zondeval van de mens en dus ook de vloek over de schepping het abrupte einde was van een kortstondige ongerepte samenleving van God, mens en natuur in de hof van Eden, zolang kon men alle kwaad, alle disharmonie, alle lijden en dood, alle onvruchtbaarheid en natuurramp wijten aan *) De noten zijn achter de tekst geplaatst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's