1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 230

rLondbUR „ZEKER EN ONZEKER" Zekerheid, nader: zekerheid der wetenschap en nog nader: zekerheid der wiskunde zijn geliefde themata, die stellig niet alleen met de vakwetenschappen, maar ook met wijsbegeerte en godsdienst nauw verband houden en telkens weer, vaak in nieuw licht, aan de orde komen. In de Christelijke Encyclopaedie komt een mooi artikel van Grosheide over de zekerheid der wiskunde voor, waarvan ik alleen maar kan hopen dat het eens mocht uitgroeien tot een studie voor onze Vereniging en een artikel in Geloof en Wetenschap (hetgeen overigens gehoopt kan worden van meer artikelen in die Encyclopaedie). Een recent voorbeeld van aandacht voor dit soort problemen is de openbare les door dr. J. G. Dijkman uitgesproken op 21 februari 1.1. bij de aanvaarding van functie van lector in de wiskunde aan de Technische Hogeschool te Delft. Het grootste deel van de rede is gewijd aan de „gigantische wijze", waarop de waarschijnlijkheidsrekening, sinds in 1933 een werk van A. Kolmogorov over deze tak van wiskunde verscheen, tot ontwikkeling werd gebracht en dit deel leent zich niet tot eenvoudige weergave, maar in verband met mijn inleidende opmerkingen zou ik uit het overige gedeelte hier enkele citaten willen geven: „(De) zienswijze, dat er in de wiskunde absolute zekerheid bestaat, heeft zich eeuwenlang gehandhaafd en is door de steeds strengere eisen, die aan de bewijzen gesteld werden, sterk ontwikkeld in de negentiende en de twintigste eeuw. Toch zijn het de wiskundigen zelf, die deze zekerheid ondergraven hebben door niet alleen het wiskundig gebouw met grote voortvarendheid verder te bouwen maar ook door de pijlers waarop het gebouw gegrondvest is aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Een van deze pijlers . . . is het axioma van het uitgesloten derde. Dit axioma houdt in, dat iedere uitspraak Juist of onjuist is, terwijl iedere derde mogelijkheid is uitgesloten." (blz. 6) „Door het voorgaande betoog heb ik u willen laten zien, dat de zekerheid, die binnen het gebouw van de wiskunde bestond, tot een relatief begrip is geworden en wat voor de een zeker is, is voor de ander nog een punt van overweging of wordt door hem niet aanvaard." (blz. 7) H. R. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen