1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 167
STERFELIJKHEID OF EINDELOOS LEVEN
131
hauer, of bij de Prediker? Denk aan die prachtige passage over de ouderdom als „. . . de jaren waarvan gij zegt ,Ik heb daarin geen behagen' . ." De passage die eindigt met het beeld dat „. . . .de kruik bij de bron verbrijzeld wordt en het scheprad in de put verbroken wordt, en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God die hem geschonken heeft." Wij kunnen op deze beelden teruggrijpen, maar hoe lang zullen we ze nog in leven kunnen houden? Wordt dit geen tegen de stroom in roeien? We leven nu nog in een overgangstijdperk, waarin verschillende cultuurfasen elkaar overlappen. Maar we staan aan het begin van een nieuw tijdperk, het atoomtijdperk of het ruimtevaarttijdperk, of hoe het later ook genoemd mag worden. Het kan het tijdperk der massale zelfvernietiging worden, maar het kan ook het tijdperk der zelfschepping worden, der biopoiese! Zal in dit tijdperk ons oude vdjze sterfelijkheidsbesef nog iets voor de mensheid betekenen? Voorchristelijk en christelijk sterfelijkheidsbesef. Gezien deze vragen, is het geloof ik goed om eens na te gaan hoe belangrijk het klassieke sterfelijkheidsbesef eigenlijk voor ons is. In de vorm waarin ik het hierboven aanduidde, is het naar ik meen een der meest verbreide en dierbaarste ideeën van de mensheid over haar leven en dood. Behalve dichters en wijsgeren van alle tijden, kan men er ook Bijbelteksten voor citeren zoals uit Prediker of ook de psalmregels over onze dagen die zijn als het gras, als een bloem des velds. Maar is dit sterfelijkheidsbesef het enige alternatief voor de perspectiefloze eindeloosheid der natuurwetenschap? Als men afgaat op wat vele biologen en medici in hun meer beschouwelijke artikelen schrijven, dan lijkt het daar wel op. De mens als nietig onderdeel van het grote natuurgebeuren, de kosmische rythmiek der getijden, zonsopgang en zonsondergang, ontluiken, bloeien en verwelken als alles beheersende wetmatigheid, dat alles behoort tot ons aller voorwetenschappelijke geestelijke erfenis. Het behoort er zozeer toe, dat we het als een bedreiging beleven wanneer deze beelden en het daarbij behorende levensgevoel aan kracht inboeten. Maar juist omdat we er zo aan gehecht zijn, is het nodig erop te wijzen dat deze hele begrippensfeer, waarvan het klassieke sterfelijkheidsbesef deel uitmaakt, niet alleen voorwetenschappelijk is, maar ook voorchristelijk. Natuurlijk zijn deze gedachten voorchristelijk en onchristelijk, want zijn ze niet gekenmerkt door een geresigneerd en wijs aanvaarden van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's
![1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 167](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1964-geloof-en-wetenschap-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1964/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's