1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 305

RONDBLIK

221

thuis hoorde bij de zwarte kunst dan bij een wetenschappelijke beschrijving van de natuur" Kepler had die invloed wel aanvaard en Galilei laat zich daarover aldus uit ,,Ik ben meer verbaasd over Kepler dan over de andere grote mannen, die zich met dit wonderbaarlijke natuurverschijnsel hebben bezig gehouden, omdat hij ondanks zijn scherpzinnigheid en zijn kennis van de beweging van de aarde, toch het oor heeft geleend en zijn goedkeuring heeft gehecht aan de theorie van de macht van de maan over de wateren en aan andere zulke occulte eigenschappen en kinderachtigheden" Galilei meende de getijden te kunnen verklaren door de combinatie van de draaiingen van de aarde om haar as en die om de zon Later zou blijken, dat wel is waar zowel zon als maan de getijden veroorzaken, maar dat de invloed van de maan veel groter was dan die van de zon Maar Galilei kende de algemene aantrekkingskracht nog niet Misschien zou dat begrip voor hem wel al te anthropomorf geweest zijn Trouwens, hij zou met de enige geweest zijn Dijksterhuis (,,De mechanisering van het wereldbeeld", 1950 blz 525) constateert ,,dat de gravitatietheorie door de vooraanstaande vertegenwoordigers der ware mechanistische philosophie (om met Boyle en Huygens te spreken) als een terugval m overwonnen geachte middeleeuwse opvattingen en als een soort verraad aan de goede zaak der natuurwetenschap werd beschouwd Men had zich na veel strijd bevrijd van de qualiteiten- en vermogensfysica der Scholastiek en van alle animistische verklaringsprincipes, die met begrippen als sympathie en antipathie werkten, men had alle krachtwerking leren beschouwen als effect van beweging van materiele delen en men erkende geen andere wijze meer waarop lichamen elkander kunnen beïnvloeden dan de m onmiddellijke aanraking uitgeoefende botsingskrachten " En dat alles, ondanks de eclatante successen van de gravitatietheorie Over wat dan wel de fout 'n Galilei's beschouwingen geweest moet zijn (want men is er van overtuigd, dat zonder de maan er m te betrekken de getijden kwantitatief met te verklaren zijn) zegt Amaldi niet veel anders dan ,,Pas later, na de invoering van het krachtbegrip en van de algemene gravitatiewet zou het gedrag van de maan een duidelijke wetenschappelijke betekenis krijgen — Maar voor het zover kon komen moesten nog vele fundamentele stappen worden gedaan" — H R W

DE BROCHURE VAN DS VAN TEYLINGEN 9 september verscheen de eerste druk van de brochure van ds E G van Teylmgen „Tussentijdse balans van het herorientermgsproces m de Gereformeerde kerken" 30 oktober kwam reeds de tweede druk en onlangs kondigde de uitgever Kok te Kampen aan dat de 3e druk 27 november 1964 zou verschijnen, wel een illustratie van de resonantie, die de verwerkte stof en de behandelingswijze bij het publiek gevonden hebben Er is iets mee gaan trillen In „Trouw" van 26 september las ik een uitvoerig uittreksel, waarin o a de volgende passage mij trof „In hetzelfde hoofdstuk" — waarin o a over Berkouwer en Barth gesproken wordt — „roert ds van Teylmgen ook de discussie rondom de eerste hoofdstukken van Genesis aan, en prof dr J Lever's werk „Creatie en evolutie" Daarna merkt hij op„Het IS hier met de plaats op deze dingen m t e gaan, ik wil alleen laten zien hoe het proces der heroriëntatie aan de gang is, ook gestimuleerd door de roep der natuurwetenschappen Sommige Gere-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen