GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 80

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

56

NATUUR EN MENSBEELD

Het inzicht, dat bij het vervullen van de christelijke opdracht van naastenliefde, de wetenschappelijke, technische en organisatorische bekwaamheden van de mens steeds meer moeten worden ingeschakeld, moge een onverwachte belichting werpen zowel op de functie van de caritas als op die van de wetenschap en haar toepassing, de oorspronkelijke functie wordt daardoor niet teniet gedaan. Integendeel, dit inzicht voert tot een verdiept en verrijkt besef van de oorspronkelijke betekenis voor de mens zowel van de naastenliefde als van de wetenschap. Hij vindt er derhalve een veilig kompas in. Telkens als zich nieuwe wetenschappelijke mogelijkheden voordoen, in te grijpen in wat van nature scheen vast te staan, blijft de uiteindelijke norm: herkennen we in deze ingreep een realisatie van de mogelijkheid een ander of anderen te helpen meer zichzelf te zijn? 5.

Een laatste vraag: ook het Godsbeeld een mensbeeld?

Het kan niet anders of bij het steeds meer in het centrum plaatsen van de mens komt de vraag op of we geen verdere ontwikkeling moeten verwachten, die zal uitlopen op het besef, dat ook het Godsbeeld steeds meer een mensbeeld zal blijken te zijn. Zou het Godsbeeld niet een projectie kunnen zijn van dat wat de mens vaag als eigen ideaalbeeld vermoedt? Ook dit is een vraag, waarvan we het antwoord niet aan de toekomst kunnen overlaten, daarvoor heeft dit te directe betekenis voor iedere mens, juist omdat een betrekking tot God de concrete mens meer doet zijn dan een schakel in de geschiedenis. Ik kan op de gestelde vraag slechts met een „ik geloof' antwoorden — en in dit „ik geloof' moge dan zowel een wijsgerig als christelijk geloof doorklinken — : ik geloof dat de ervaring van afhankelijkheid niet uitsluitend bepaald werd door de vroeger gevoelde afhankelijkheid van de natuurorde, maar dat het om een dieper geworteld besef van afhankelijkheid gaat, dat ook heden ten dage zijn volle betekenis blijft behouden. Daarbij moeten we dan niet alleen denken aan de blijvende afhankelijkheid van het natuurlijke als elementaire basis, maar evenzeer van de menselijke opdracht tot verantwoordelijkheid, die we ons zelf niet gegeven hebben, maar die we in ons „aantreffen". Deze overweging is overigens niet bedoeld als ultieme fundering van het Godsgeloof, ze is niet meer, maar ook niet minder dan een aanduiding, dat er geen aanleiding is voor de onderstelling, dat het Godsgeloof in de toekomst elke grondslag zal missen. Daaraan zij dan nog toegevoegd, dat wel verwacht mag worden,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 80

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's